Ameerega
Ameerega Bauer, 1986
Het geslacht Ameerega is pas sinds de revisie van Grant et al. (2006) in gebruik genomen. Bauer (1986) publiceerde deze benaming al 20 jaar eerder om de soorten te bevatten die niet meer tot het geslacht Phyllobates behoorden volgens Myers et al. (1978). In werkelijkheid zou die overgebleven groep van soorten nog lange tijd als behorende tot het geslacht Epipedobates (Myers, 1987) door het leven gaan. Pas na de revisie van Grant et al. (2006) is een grote groep voormalig Epipedobates soorten afgesplitst om tezamen het geslacht Ameerega te vormen. Ook nu nog bevat het geslacht Ameerega twee soorten, A. andina en A. erythromos, die mogelijk tot een andere evolutionaire lijn behoren, en waarvoor de naam Paruwrobates (Bauer, 1994) nog beschikbaar is. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of er voldoende verwantschap is om hun plaats in het geslacht Ameerega te behouden. Binnen het geslacht zijn altijd meerdere soortgroepen erkend, meestal op basis van uiterlijke kenmerken, verspreiding en gedrag. Recent onderzoek wijst op meer onverwachte verwantschappen, en eigenschappen die meerdere keren zijn geëvolueerd, evenals meerdere incidenten van verspreiding naar hoog- en laagland. Meer genetisch onderzoek moet uitwijzen welke soortgroepen nog valide zijn of herzien moeten worden.
Kenmerken: Soorten uit dit geslacht zijn er van 15 tot 50 mm grootte. De meeste soorten zijn opvallend gekleurd, enkele soorten onopvallend gekleurd. Een licht gekleurde streep langs de zijkanten van de rug is bij bijna alle soorten aanwezig. Alle soorten vertonen een kopamplexus bij de voortplanting. Legsels bevatten voor de meeste soorten meer dan 10 eieren, vaak 20 tot 40 eieren (of meer!) per legsel. Larven worden allemaal in één keer door het mannetje naar waterpartijen gebracht en afgezet. De larven zijn omnivoor en niet kannibalistisch.
Verspreiding: De soorten uit dit geslacht worden gevonden in het gehele Amazone bekken en delen van aangrenzende regio’s, het Guyana schild, en de oostzijde van de Andes. Ameerega andina en A. erythromos komen als enige ten westen van de Andes voor.
Ameerega:
- Ameerega altamazonica Twomey & Brown, 2008
- Ameerega andina (Myers & Burrowes, 1987)
- Ameerega bassleri (Melin, 1941)
- Ameerega berohoka Vaz-Silva & Maciel, 2011
- Ameerega boehmei Lötters et al., 2009
- Ameerega boliviana (Boulenger, 1902)
- Ameerega braccata (Steindachner, 1864)
- Ameerega cainarachi (Schulte, 1989)
- Ameerega erythromos (Vigle & Miyata, 1980)
- Ameerega flavopicta (Lutz, 1925)
- Ameerega hahneli (Boulenger, 1883)
- Ameerega ignipedis Brown & Twomey 2009
- Ameerega ingeri (Cochran & Goin, 1970)
- Ameerega labialis (Cope, 1874)
- Ameerega macero (Rodriguez & Myers, 1993)
- Ameerega maculata (Peters, 1873)
- Ameerega parvula (Boulenger, 1882)
- Ameerega pepperi Brown & Twomey 2009
- Ameerega peruviridis (Bauer, 1986)
- Ameerega petersi (Silverstone, 1976)
- Ameerega picta (Tschudi, 1838)
- Ameerega planipaleae (Morales & Velazco, 1998)
- Ameerega pongoensis (Schulte, 1999)
- Ameerega pulchripecta (Silverstone, 1976)
- Ameerega rubriventris (Lötters et al., 1997)
- Ameerega silverstonei (Myers & Daly, 1979)
- Ameerega simulans (Myers et al., 2000)
- Ameerega smaragdina (Silverstone, 1976)
- Ameerega trivittata (Spix, 1824)
- Ameerega yoshina Brown & Twomey 2009
- Ameerega yungicola Lötters et al., 2005
Geciteerde literatuur:
- Bauer, L. 1986, A new genus and a new specific name in the poison dart frog family (Dendrobatidae). RIPA, November 1986, 1-12.
- Grant, T., Frost, D.R., Caldwell, J.P., Gagliardo, R., Haddad, C.F.B., Kok, P.J.R., Means, D.B., Noonan, B.P., Schargel, W.E. & Wheeler, W.C., 2006, Phylogenetic systematics of dart-poison frogs and their relatives (Amphibia: Athesphatanura: Dendrobatidae). Bull. Amer. Mus., 299, 1-262.
Reacties zijn enkel zichtbaar voor geregistreerde gebuikers.