Ranitomeya imitator (Schulte 1986)
17-22mm Zeer divers gekleurde en getekende kikkers over de verschillende populaties door het kopiëren van het uiterlijk van R. ventrimaculata, R. variabilis of R. fantastica. De meest kenmerkende kleurvorm (groene nominat) is een zwarte kikker met fijne groene nettekening, blauwe poten met fijne zwarte vlekken en een blauwe buikzijde met zwarte vlekken en groene keel. Andere kleurvormen variëren in de kleur van de nettekening die geel of oranje kan zijn. Sterker afwijkende populaties zijn zwart met dikke oranje strepen of banden, waarbij de poten eveneens deze oranje strepen bevatten. De buikzijde bij deze populaties heeft een zeer grof netwerk van metalic groen tot oranje lijnen met grote zwarte vlekken.
Geografische variatie:
De groene nominat vorm of R. variabilis kopieerder komt voor rond Tarapoto, de Zuidelijke en Lage Huallaga Canyon. De R. ventrimaculata kopieerder of yurimaguensis imitator komt voor in de bossen rond Yurimaguas. De meeste oranje kleurvormen komen voor in de Huallaga Canyon.
Roep: Een seconde lang aanhoudende heldere chirp of triller
Verspreiding:
Oostelijke helling van de Cordilleras Oriental en de Andes in San Martin noordoost Peru op 400 tot 800 meter hoogte.
Ecologie:
R. imitator bewoont regenwoud op berghelling waarin bromelias, Heliconias of Dieffenbachias als ondergroei aanwezig zijn. De kikkertjes zijn sterk aan deze planten gebonden. De legseltjes van 1 tot 3 witte eitjes worden boven watertjes in bladoksels van deze planten geplakt. Mannetjes transporteren de witte kikkervisjes naar identieke poeltjes. Hier roepen de mannetjes om vrouwtjes ertoe aan te zetten om onbevruchte eitjes af te zetten als voedsel voor de kikkervissen. De kikkervissen zijn omnivoor, kannibalistisch en zijn niet direct afhankelijk van het eten van onbevruchte eieren voor hun ontwikkeling.
Het terrarium:
Te houden in zowel kleine als grote terraria met veel bromelia’s. Voor een koppel lijkt een minimale maat van 30x30x40 cm aan te raden.
Temperatuur:
24-28°C, 's nachts mag de temperatuur enkele ghraden lager liggen.
Groepsgewijs/paarsgewijs:
Zowel groepsgewijs als paarsgewijs is mogelijk. Mannetjes zijn vrij terratoriaal en voorzichtheid is geboden indien men meerdere mannetjes wil gaan houden. Observatie van de mannetjes is dus zeer gewenst.
Eieren:
Het vrouwtje zet 2 tot 3 eieren af tegen een verticaal blad van de bromelia of in de eventueel aangebrachte filmkokertjes.
Overige kweekinformatie:
Na het uitkomen klimmen de kikkervisjes op de rug van het mannetje waarna hij ze transporteerd naar een waterpoeltje. Een oksel van een bromelia bijvoorbeeld. In de dagen daarna lokt het mannetje, door te kwaken, het vrouwtje om haar aan te zetten tot het leggen van een onbevrucht (voedsel) eitje in het waterpoeltje. Dit gedrag zal zich enkele malen herhalen totdat het kikkertje uit de bromelia kruipt. Opkweken van de kikkervisjes kan ook in aparte bakjes water en voeren met visvoer. Omdat de kikkervisjes kaniballistisch zijn moeten ze in aparte bakjes worden grootgebracht.
Overigens maakt R. Schulte in Pfeilgiftfrosche artenteil 2 Peru op pag 91 melding dat er geen eitjes gegeten zouden worden ofschoon ze wel in het water worden gelegd. Dit in tegenstelling tot wat Tonnie Woeltjes en Jaap Stelder hebben geconstateerd. Het mannetje posteert zich bij het waterlichaam waarin de larf zich bevindt. Het mannetje verandert dan zijn roeptoon gaandeweg van fluiten naar een zacht getjirp, half zittend in het water waar het vrouwtje naar toe wordt gelokt. Uiteindelijk neemt ze ook plaats in het water en legt het witte eitje, soms twee, omgeven door behoorlijk wat gel. Het leggen van voedseleitjes vindt meestal plaats ongeveer 30 min voordat de lampen uit gaan. Duidelijk is dat er eerder een overvloed aan eitjes wordt gegeven (zeker in de fase dat de larf nog klein is, lees weinig eet...) dan dat de jongen "krap in het voer staan". Opvallend is dat er soms twee vrouwtjes naast elkaar in het water zitten! Of ze ook beiden een voedseleitje leggen is niet duidelijk. Het kikkervisje neemt met de bek een hap van het gelei en rukt zich vervolgens los. Zo wordt het eitje in delen verorberd. Sommige hobbyisten vertellen over wel drie larven die tegelijkertijd worden verzorgd. De gemetamorfoseerde kikkers kunnen zonder springstaarten, dus direct met fruitvliegen grootgebracht worden.Vele liefhebbers merken op dat een rustperiode inbouwen voor kweekgroepen zeer gunstig werkt. Denk er wel aan dat jonge dieren wel een constant aanbod van voedsel nodig hebben.