Wetgeving
Om op een verantwoorde manier gifkikkers te kunnen houden is het van belang enige kennis te hebben over de wetgeving omtrent deze dieren. Zo is lang niet elke verkrijgbare soort in Nederland legaal te houden en geen enkele soort legaal te houden zonder een correcte administratie hiervan. Er zijn wereldwijde, Europese en Nederlandse wet- en regelgevingen waarmee rekening dient te worden gehouden. De Europese wetgeving is een verdere uitbreiding van de wereldwijde CITES-regelgeving en de Nederlandse wetgeving is een verdere uitbreiding van de Europese wetgeving. Alle soorten gifkikkers uit de geslachten Adelphobates, Ameerega, Andinobates, Dendrobates, Epipedobates, Excidobates, Minyobates, Oophaga, Phyllobates en Ranitomeya vallen onder:
• Wereldwijd (alle landen die het verdrag ondertekend
hebben): CITES appendix II;
• Europees: bijlage B van verordening EG 338/97;
• Nederland: Flora- en faunawet, artikel 4 lid 2 van de
Regeling aanwijzing soorten.
De wettelijk voorgeschreven registratie moet de volgende gegevens bevatten:
• soortnaam en aantal;
• plaats en datum van verkrijging;
• land van herkomst;
• naam, adres en land van de leverancier;
• naam, adres en land van de afnemer;
• datum en aantal van de nakomelingen (vanaf larven);
• datum en plaats van sterfte per individu;
• in het geval van import: nummers bijbehorend bij de CITES
import en export documenten (of kopieën ervan).
De Nederlandse Flora- en faunawet voegt hier de volgende eisen voor deze registratie aan toe:
• per pagina en regel een doorlopende nummering;
• op papier ingevuld in onuitwisbaar schrift (dus geen
computerbestand of uitdraai uit de computer);
• volledig en naar waarheid ingevuld;
• tenminste wordt de registratie drie jaar bewaard na de datum
van de laatste in het register aangebrachte wijziging of aanvulling;
• een ieder verschaft desgevraagd inzage in de registratie aan
de met het toezicht aangewezen ambtenaren (politie, NVWA,
Douane, Koninklijke Marechaussee).
CITES staat voor de Convention on International Trade of Endangered Species of wild fauna and flora. Het is een overeenkomst tussen regeringen van vele landen, met als doel de handel te reguleren met een vergunningenstelsel van dieren en planten uit het wild. Appendix II is de lijst waarop soorten staan waarin de handel gereguleerd wordt en waar handel in wildvang mogelijk is. Bij soorten die op Appendix I staan vermeld is handel in wildvang verboden. Soorten uit andere dan bovenstaande geslachten van gifkikkers staan overigens niet op de CITES Appendices en vallen ook buiten de Europese en Nederlandse wetgeving. De handel is dan zonder richtlijnen toegestaan en slechts onderhevig aan de nationale wetgeving van importerende en exporterende landen.
Voor de soorten gifkikkers die onder appendix II vallen, geldt dat er vanuit het land van herkomst een CITES-exportvergunning afgegeven dient te zijn of, in het geval van dieren in Nederland, dat de dieren afstammen van de periode vóór de toetreding van Nederland bij CITES in 1984. Als van beide geen sprake is kunnen ze niet legaal gehouden worden. Voor het houden van dieren die wel hieronder vallen geldt vervolgens de Regeling administratie Flora- en faunawet, waarin staat dat er een registratie bijgehouden dient te worden.
Een groot deel van de benodigde informatie die bijgehouden dient te worden, kan worden verkregen door op het moment van overdracht een overdrachtsverklaring (zie bijlagen) in te vullen. Deze verklaring vormt dan de basis van de registratie die slechts af en toe moet worden aangevuld met geboorte- en sterftecijfers/data. Deze registratie volledig bijhouden voor alle dieren blijkt in de praktijk niet gemakkelijk en een aanzienlijke verzwaring voor hobbyisten met veel kikkers. Bij het houden van veel dieren is het vaak onmogelijk om alle individuele kikkers uit elkaar te houden. Ook de kweek verloopt vaak vanzelf, zonder dat exacte aantallen nakomelingen en sterfte hiervan met de juiste data geregistreerd kunnen worden. De inconsequenties die daarmee ontstaan in de registratie moeten helaas op de koop toe worden genomen. Bij een meer gereguleerde kweek van gifkikkers, waarbij legsels weggehaald worden, larven handmatig opgekweekt worden en de jongen in aparte bakken worden opgekweekt, is natuurlijk een uitgebreide registratie mogelijk. Het bijhouden van deze informatie, samen met nog andere factoren als het sproeiregime, voerregime, temperatuur etc., geeft op termijn veel inzicht in de kweekresultaten. Ook kan bij een correcte registratie na vele jaren niet alleen precies worden teruggekeken waar de dieren vandaan komen, maar ook aan wie er dieren overgedragen zijn. Daarmee is het voor de hobbyist makkelijk om weer dieren van dezelfde soort te vinden als dit noodzakelijk is ofwel anderen te helpen aan het adres van iemand die de soort mogelijk houdt en kweekt. Tevens geeft een goede registratie soms inzicht in verwantschap tussen dieren van verschillende hobbyisten, waarmee inteelt voorkomen kan worden.
Ondanks dat de wet- en regelgeving duidelijk is, ontstaan er toch met regelmaat discussies over de legaliteit van verschillende soorten. Zo is er de soort Adelphobates galactonotus, waarvan alle in de hobby gehouden exemplaren afstammen van gesmokkelde dieren. Met de gesmokkelde dieren is destijds zo massaal gekweekt, dat het niet mogelijk was om alle liefhebbers die deze kikkers hadden op te sporen. Alle traceerbare wildvang dieren zijn in beslag genomen. De Officier van Justitie die het onderzoek indertijd leidde heeft besloten om de nakweek van deze soort te gedogen. Gedogen is feitelijk een illegale situatie toestaan, dus geen strafrechtelijke maatregelen treffen. De situatie blijft echter illegaal. Voor geen enkele andere soort is een dergelijke situatie ontstaan in Nederland. Een toekomstige vergelijkbare gedoogconstructie is dan ook onwaarschijnlijk.
Er komt geregeld ter sprake dat voor gekweekte dieren niet dezelfde regelgeving geldt als voor dieren uit het wild, omdat CITES een wereldwijd bepalende regelgeving is met betrekking tot de handel in beschermde soorten uit het wild. Echter, ook voor gekweekte dieren en planten zijn regels, neergelegd in de Basisverordening EG 338/97 die bindend is voor alle lidstaten van de EU en de Flora- en faunawet in Nederland, waar de soorten zijn aangewezen die in de bijlagen van EG 338/97 staan. Die bijlagen lopen bijna gelijk met de Appendices van CITES. Wat betreft de Regeling vrijstelling; aantoonbaar gekweekte dieren zijn vrijgesteld van het bezitsverbod, maar alleen als de ouderdieren volgens de wettelijke bepalingen zijn ingevoerd (artikel 2 Basisverordening).
In landen om ons heen bestaat veelal wel een levendige handel in soorten die in Nederland verboden zijn omdat de (ouder)dieren niet volgens de wettelijke bepalingen zijn ingevoerd. Vaak wordt deze ‘legaliteit’ van verschillende diersoorten in onze buurlanden als argument aangewend in discussies over regelgeving in Nederland. Dit is volledig ten onrechte. De EU-verordening is bindend in alle lidstaten, maar de handhaving laat soms te wensen over, is er helemaal niet of de bewuste handhavers kennen het verschil niet tussen verschillende diersoorten. Bij navragen in buurlanden of er legale exemplaren van betreffende soorten bestaan, is het antwoord altijd dat die er niet zijn. Het tegengestelde verklaren zullen ze ook nooit doen, want daarmee zou hun disfunctioneren aan het licht komen.
Blijft er twijfel bestaan over de legaliteit van een bepaalde soort, raadpleeg dan de DN toetsingslijst.
Reacties zijn enkel zichtbaar voor geregistreerde gebuikers.