En nu vooruit!
Onlangs heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven duidelijk aangegeven dat de positieflijst zoals deze er tot nu toe uit heeft gezien niet voldeed aan de wettelijke vereisten zoals die aan ons nationaal beleid worden gesteld. Het gebruik van goede en objectieve wetenschappelijke bronnen bleek al vanaf het begin lastig doordat de benodigde informatie simpelweg ontbrak. De ‘oplossing’ welke vervolgens werd gekozen, een panel van deskundigen welke de beschikbare informatie per soort samenvatte tot een mens- en dierenwelzijn risico-inschattingskaart, bleek achteraf niet toegestaan. Dit was vooral omdat deze methode de vertegenwoordigers van de verschillende belangenbehartigers teveel mogelijkheden gaf om het uiteindelijke beleid naar eigen goeddunken vorm te geven. Een meer belangen-neutrale aanpak was dus gewenst. Partijen welke liever zien dat Nederlanders geen dieren meer mogen houden die niet op schoot komen kroelen, zijn hiermee voor het blok gezet. Ondanks hun continue druk op het beleidssysteem komt het er nu op neer dat de vergaderkamer zich werkelijk kan openen voor de inzichten vanuit meerdere partijen.
Er is ondertussen enorm veel onrust ontstaan onder liefhebbers van niet-traditionele dieren en we zijn er hopelijk allemaal achter gekomen dat het zonder het verenigde front vanuit de PVH en de uitspraak van de rechterlijke macht toch echt had kunnen uitmonden in heel veel lege aquaria en terraria. Hoofdzakelijk door de precedentwerking die van de positieflijst voor zoogdieren zou uitgaan. Maar we mogen eigenlijk ook dankbaar zijn dat het water ons tot de lippen is komen te staan. Hoe we het ook bekijken, dierenwelzijn in de Nederlandse huishoudens staat nu nog beter op de beleidsagenda en dit schept kansen om de houderijvoorschriften die verschillende verenigingen hebben samengesteld in het beleid te verankeren.
Nu is het zo dat het beleid van de afgelopen periode vooral de nadruk heeft gelegd op beginnende dierhouders welke zich onvoldoende inlezen op hun dieren en de anti-dierhouderijgroeperingen dit via knap taalgebruik zijn blijven verbinden aan dierenwelzijnsaantastingen. Door onkundige houders als hét beginpunt van alle problemen te schetsen en de foute gevallen via overmatige media-aandacht op te blazen, wordt het inderdaad aannemelijk gemaakt dat er dan maar geen rare beesten binnenshuis zouden moeten worden gehouden. Maar met dit narratief hebben we dan wel weer een overlegstelsel gecreëerd waar niemand zich echt in heeft kunnen vinden.
De verenigingen leggen graag een manier om onkundig handelen te voorkomen op tafel. Dit doen wij door het leerproces, wat bij het verantwoord houden van elk dier komt kijken, centraal te stellen in ons overleg. Zonder stijlvolle retorica te hanteren, bouwen wij hiermee aan een breed gedragen beleid en kijken we hoe de ervaring van onze leden een rol kan gaan spelen. De goede elementen uit het positieflijst traject, zoals de houderijvoorschriften waar PVH al heel lang voor pleit, nemen wij graag mee naar de volgende ronde. Maar het is ook belangrijk om de stemmingmakerij vanuit populaire media het hoofd te bieden en meer aandacht op de positieve ontwikkelingen te vestigen. We gaan daarom meer van ons laten horen en het grote publiek iets beters bieden dan de welbekende doemscenario’s die nul effect sorteren in het waarborgen van dierenwelzijn.
Eén van onze andere voornemens is om beter met andere dier-georiënteerde maatschappelijke groeperingen samen te leren werken en goede overeenstemming te bereiken over een succesvolle aanpak. De liefde die andere dierhouders hebben voor hun honden en katten bestaat namelijk ook bij kikkerhouders, deze relatie tussen mens en dier is absoluut soortoverstijgend en in onze ogen is het een voorrecht om hier navolging aan te kunnen geven. Wij vragen andere houderijverenigingen daarom ook om een vooruitstrevende houding en verdedigen hierin slechts één standpunt, dat dieren altijd in goede omstandigheden worden gehouden. Het simpelweg opsommen van cijfers over slechte voorbeelden biedt geen zicht op de oorzaak van het probleem en gaat dan ook volstrekt aan deze doelstelling voorbij.
Liefde voor de dieren laat zich niet temmen, wij dus ook niet!