Parasitaire infecties
Wormen
Een van de meest voorkomende kwalen bij gifkikkers is een worminfectie. Bij wildvangkikkers komt een grote variatie aan rondwormen (nematoden), platwormen (trematoden) en lintwormen (cestoden) voor, maar door de afwezigheid van tussengastheren in gevangenschap is dat bij nakweek meestal beperkt tot rondwormen. Bij het verkrijgen van wildvangkikkers is het goed te weten dat ze drager kunnen zijn van verschillende soorten wormen die de gezondheid van de dieren negatief kunnen beïnvloeden. Lang niet alle soorten wormen begeven zich overigens in het maag-darmkanaal. Het is niet ongewoon dat wormen of hun larvale stadia in bloed, lymfe, longen, spierweefsel, bindweefsel, onder de huid of in het zenuwstelsel worden aangetroffen bij wildvangkikkers. Na een ontlastingsonderzoek kunnen dan ook niet alle soorten wormen worden uitgesloten. Het opofferen van een levend exemplaar, om sectie te laten verrichten door een dierenarts, kan uitkomst bieden. Natuurlijk is dit een ethische afweging die niet licht genomen dient te worden. Als er een wildvang exemplaar overlijdt, kan er ook sectie op worden verricht. Door het wachten is de kans al wel groter dat er meer exemplaren in een vergevorderd of terminaal stadium zijn beland.
Bij nakweek kikkers beperken de problemen zich meestal tot het maag-darmkanaal. Wormen geven daar vaak geen problemen, omdat het immuunsysteem van kikkers de infectie onder controle houdt. Als een kikker verzwakt is door stress, als gevolg van vervoer of verkeerde leefomstandigheden, kan een worminfectie zich gaan manifesteren. Spoelwormen, die zich tegoed doen aan de ontlasting van kikkers, ontnemen veel voedingsstoffen van de kikkers. De volledige levenscyclus bevindt zich in de darmen, maar door de uitscheiding van poep kan besmetting van de leefomgeving gemakkelijk plaatsvinden. Medebewoners worden op hun beurt besmet door de inname van met wormeieren besmette voedseldieren of bodemmateriaal. Het duidelijkste symptoom is sterke vermagering, ook al blijft de kikker normaal eten. Veelal gaan de kikkers ook zeer frequent met hun cloaca in het water zitten.
Haakwormen zetten zich vast aan de wand van het maag‑darmkanaal waar ze leven van bloed en weefsel. Er kan hierdoor soms bloedarmoede voorkomen en er kunnen infecties, zoals buikvliesontsteking, ontstaan. Kikkers worden meestal sloom, verliezen hun eetlust, de ontlasting kan slijmerig worden en bloed bevatten. Ook gaan de kikkers zeer frequent met hun cloaca in het water zitten. Besmetting met haakwormen vindt net als bij spoelwormen plaats via inname van besmette voedseldieren of bodemmateriaal, maar haakwormen kunnen ook binnendringen via de huid waarna ze migreren naar het maag-darmkanaal.
Een zeer schadelijke rondworm die soms bij kikkers in gevangenschap voorkomt is de longworm (Rhabdias spp.). Deze dringt binnen via de huid of via de mond, waarna de larven naar de longen migreren waar ze volwassen worden en eieren leggen. De eieren komen via de luchtpijp in de keel van de kikker waar ze worden ingeslikt. De ingeslikte eieren ontwikkelen zich in de darmen tot larven, waarna ze met de ontlasting naar buiten komen en verdere besmettingen kunnen veroorzaken. Ook graven de larven zich actief in tot aan de dieper gelegen organen. Grote aantallen gravende larven kunnen dodelijk zijn. Besmette dieren kunnen ook last krijgen van een longontsteking en de ademhaling kan sterk bemoeilijkt worden.
De verspreiding van zowel spoelwormen, haakwormen als longwormen vindt gemakkelijk plaats via handen en materialen of via stekjes waarmee andere bakken beplant worden. In vochtig bodemmateriaal kunnen de larven maandenlang in leven blijven. Als een worminfectie de kop opsteekt en nog niet in een vergevorderd stadium is, is behandeling goed mogelijk.
Flagellaten
Flagellaten ofwel zweepdiertjes, behoren tot de meest bekende ziekteverwekkers bij gifkikkers. Het zijn eencellige organismen die zich met een of meerdere zweepstaartjes voort kunnen bewegen en zich door middel van celdeling voortplanten. In de natuur is het heel normaal dat er flagellaten in het lichaam van kikkers aanwezig zijn. Deze kunnen zich nestelen in de darmen, urinewegen, huid, kieuwen en bloed. Bij verminderde weerstand kunnen de flagellaten zich vermeerderen tot zeer schadelijke hoeveelheden, veelal met secundaire infecties en de dood tot gevolg. Bij nakweekdieren in gevangenschap is de variatie aan voorkomende flagellateninfecties een stuk beperkter. Gezonde dieren zullen bij voldoende hygiëne en goede zorg ook niet snel last krijgen van flagellateninfecties. Symptomen van een infectie met flagellaten uiten zich vaak in een opgeblazen lichaam en/of ledematen, inactiviteit, bleke huid, verminderde eetlust, slijmerige ontlasting en zeer frequent met hun cloaca in het water zitten. Voor een correcte diagnose en behandeling is het belangrijk een ontlastingsonderzoek uit te laten voeren door een gespecialiseerde dierenarts.
Amoebiasis
Amoeben zijn eencellige organismen die zich door middel van celdeling voortplanten. Overigens leven ze lang niet allemaal parasitair, maar de soorten die wel parasitair leven, kunnen veel schade veroorzaken. Deze organismen komen bij kikkers in gevangenschap meestal voor in het maag-darmkanaal, soms in de lever of nier. Ze komen vooral voor bij gestreste dieren, waar meestal een soort uit het geslacht Entamoeba de ziekteverwekker is (Wright, 2006). Symptomen van infectie kunnen bestaan uit anorexie, gewichtsverlies, diarree, bloed in de ontlasting en uitdroging. De diagnose kan gesteld worden op basis van ontlastingsonderzoek door een gespecialiseerde dierenarts. Op basis van dit onderzoek kan amoebiasis met de juiste middelen goed bestreden worden.
Ciliophora
Trilhaardiertjes, wimperdiertjes ofwel ciliaten zijn eencelligen die aan hun naam komen door de aanwezigheid van ciliën (trilhaartjes) waarmee ze zich voortbewegen en voeding naar de celmond kunnen bewegen. Meestal komen ze voor als onschadelijke kostgangers in het maag-darmkanaal, waar ze zich vermeerderen door middel van celdeling. Slechts zelden worden deze organismen in verband gebracht met ziekte bij kikkers, maar bij verminderde weerstand bestaat de kans dat ze zich tot een dodelijke infectie manifesteren. Vooral soorten uit het geslacht Tetrahymena zijn bekend van dodelijke infecties in het maag-darmkanaal. Soorten die tot de familie van Trichonidae behoren kunnen weefsel rond de blaas parasiteren en hiermee gezondheidsproblemen veroorzaken (Densmore & Green, 2007). Een correcte diagnose kan gesteld worden na sectie ofwel na ontlastingsonderzoek voor de soorten die in het maag-darmkanaal voorkomen.
Coccidiose
Coccidiën zijn eencellige organismen die meestal het maag-darmkanaal parasiteren en daarmee de aandoening coccidiose veroorzaken. Soorten uit de geslachten Eimeria en Isospora worden geregeld in de ontlasting aangetroffen bij amfibieën, waar ze meestal tot de onschadelijke darmfauna behoren. Gezondheidsproblemen veroorzaakt door coccidiën komen het meest voor bij larven, jonge kikkers vlak na de metamorfose en dieren met een verzwakt immuunsysteem (Densmore & Green, 2007). Een correcte diagnose kan gesteld worden na ontlastingsonderzoek of na sectie.