Vervellen
Net als alle andere amfibieën, vervellen gifkikkers met enige regelmaat. Vervellende kikkers eten hun vervelde huid, al tijdens het vervellen, volledig op. Restanten van vervellingen zoals reptielen vaak achterlaten worden niet teruggevonden. Ook komt de huid niet als zeer opvallende droge grijze vellen los van de onderliggende huid zoals dat bij reptielen wordt waargenomen. Dit, in combinatie met het veelal vervellen op een plaats waar het dier niet direct zichtbaar is, zorgt ervoor dat het vervellen niet zo vaak wordt waargenomen.
Gifkikkers hebben een huid die bestaat uit meerdere lagen waarvan de hoornlaag, van slechts één cellaag dik, de buitenste laag is. De hoornlaag is gelegen op de kiemlaag, vanwaar met regelmaat, door middel van celdeling, een geheel nieuwe hoornlaag gevormd wordt. Op het moment van vervellen komt er slijm vrij tussen deze twee huidlagen waardoor de hoornlaag los komt te liggen. Vanuit de kiemlaag vormt zich op dat moment de nieuwe hoornlaag. De oude hoornlaag scheurt open vanaf de kop, steeds verder naar achteren. Met bewegingen van de poten laat de huid vervolgens verder los. De voorpoten vegen de losse huid richting de bek, waar de kikker door openen en sluiten van de bek, en het sluiten van de ogen, de huid doorslikt. Hiermee voorkomen kikkers dat essentiële voedingsstoffen verloren gaan. Het gehele proces van vervelling duurt ongeveer 10 tot 15 minuten.
Hoe vaak onze gifkikkers precies vervellen is niet helemaal duidelijk, maar dat het een dagelijks herhalend proces is, zoals soms wordt verteld, lijkt zeer onwaarschijnlijk. Van salamanders uit het geslacht Ambystoma is bekend dat ze elke 4 tot 5 dagen vervellen. Van verschillende padden uit het geslacht Bufo (of voormalig bekend uit dit geslacht) is bekend dat ze elke 3 tot 19 dagen vervellen (Ling, 1972). Veelal vervellen gifkikkers ’s ochtends vroeg. Het moment van vervellen lijkt samen te vallen met een moment op de dag waarop de luchtvochtigheid hoog of op zijn hoogst is.