Motten (Plodia interpunctella en Achroia grisella)
Zowel de kleine wasmot (Achroia grisella) als de Indische meelmot (Plodia interpunctella) worden veelvuldig gekweekt om als voedseldier te dienen. Kweken met deze motten is erg eenvoudig en kost weinig tijd. Hierdoor is het een ideaal voedseldier om afwisseling in het dieet van de kikkers mee aan te brengen. Vooral de larven van de motten worden gebruikt om de kikkers mee te voeren, maar ook de motten mogen gevoerd worden.
De Indische meelmot wordt veelal foutief de kleine wasmot genoemd, maar heeft slechts als overeenkomst dat ze klein zijn en op eenzelfde manier kunnen worden gekweekt. De Indische meelmot is een kleine mot van slechts 10 mm groot. Ook de larven van deze soort, die als voer dienen voor kikkers, zijn klein en worden slechts tot 12 mm lang. Vaak komen de motten in diervoeders en voorraadkasten voor waar ze een plaag kunnen vormen in slecht afgesloten voedingsmiddelen.
De kleine wasmot is uiterlijk verschillend maar behoort net als de Indische meelmot tot de familie van snuitmotten (Pyralidae). De motten zijn 10 tot 15 mm groot, en de larven worden tot 20 mm groot. Het is een vrij algemene soort in de buurt van bijenkorven, waar de eieren worden gelegd en de larven hun voeding vinden. De larven voeden zich met honing, bijenwas, pollen, dode insecten en gedroogd fruit. Wanneer een bijenkolonie verzwakt is kunnen wasmotten het nest volledig overnemen.
Kweken met motten (een recept van Aad Lagraauw)
Voor een eenvoudige kweekmethode heb je de volgende spullen nodig:
• tarwezemelen
• havermout of muesli
• universeelvoer (voor tropische vogels)
• honing
• mengkom
• plastic pot of bakje
• nylonkous
• elastiekje
• entportie meelmotten of wasmotten (of larven ervan)
Meng in een kom de tarwezemelen, havermout of muesli en universeelvoer in gelijke delen. Voeg vervolgens wat honing toe en meng het geheel goed door elkaar heen. Na het mengen moet er een kruimelig mengsel ontstaan dat niet gaat klonteren. Te veel honing zorgt voor een kleffe plakkende massa. Pas indien nodig met extra honing of droge ingrediënten het medium nog aan. Schep in een pot of bakje een laag van enkele centimeters van het medium. Te veel gemaakt medium kan weggezet worden voor later gebruik, dit zal niet snel bederven. Ent de kweek nu met een twintig- tot dertigtal motten of larven. Let bij het enten op dat de larven ongeveer hetzelfde formaat hebben zodat ze later tegelijk verpoppen. Sluit de kweek af met een stuk nylonkous en een elastiekje. De nylonkous zorgt ervoor dat er voldoende luchtcirculatie en verdamping plaats kan vinden. Bij onvoldoende luchtcirculatie, met grote aantallen larven in de kweek, treden er vaak vocht- en schimmelproblemen op. Zet de kweken na het opzetten voor enkele weken weg. Gedurende deze tijd worden er veel larven zichtbaar in het medium. Gebruik altijd de grootste larven om een nieuwe kweek op te zetten. Zo worden rondvliegende motten voorkomen.
Voeren
Het verzamelen van een hoeveelheid larven uit een kweek kost tijd omdat dit handmatig het beste gaat. Pluis het medium handmatig uit en selecteer eventueel de larven op grootte voor verschillende soorten kikkers. Wachten met het verzamelen van de larven tot de grote larven, die klaar zijn om te verpoppen, uit het medium naar boven komen is ook mogelijk. Deze grote larven zijn dan gemakkelijk te verzamelen. Een derde manier is het plaatsen van een stuk voedingsbodem op een Petrischaaltje in de kikkerbak. De kikkers kunnen zo zelf de larven uit het medium eten. Het medium kan daarna weer teruggeplaatst worden in de kweek. Het Petrischaaltje houdt de bodem van de kikkerbak schoon, en het medium droog. Goed lopende kweken, die veel larven bevatten, kunnen gedurende enkele weken gebruikt worden om te voeren.