Adelphobates castaneoticus (Caldwell and Myers 1990)
18-23mm kleinere Adelphobates soort. Diep zwarte kikker met heldere witte stippen tot korte uitgerekte witte stippen, die ontstaan door onderbreking van de vijf witte strepen in het patroon vergelijkbaar met de nauw verwante soort A. quinquevittatus. De zwarte poten zowel voor als achter hebben in de aanzet een heldere oranje flashmark. De buikzijde is donkergrijs tot zwart met witte vlekken.
Geografische variatie:
De populatie bij Taperinha heeft langer gerekte witte stippen op de rug, hoewel de variatie binnen populaties erg groot is voor dit kenmerk.
Roep:
zachte buzz roep vergelijkbaar met die van A. quinquevittatus
Verspreiding:
Zuid zijde van de Amazone rivier in Para noord Brazilië
Ecologie:
De kikkertjes worden gevonden op de bosbodem van laagland regenwoud onder een dichte boomkroonlaag. De vegetatie bestaat voornamelijk uit enorme paranootbomen (Bertholletia excelsa) en een ondergroei met stekelpalmen. De bosbodem is bezaaid met afgevallen blad, zaaddozen van de paranootboom en wordt goed gedraineerd door de vele kleine stroompjes. Bromelia’s zijn hier zo goed als afwezig. Eieren 1-6 worden tussen het afgevallen blad gelegd. Mannetjes dragen de larven met 1 of 2 tegelijk naar poeltjes in boomholtes, maar voornamelijk naar poeltjes in zaaddozen van de paranootboom. De kikkervissen zijn niet kannibalistisch en eten voornamelijk plantaardig voedsel.