Adelphobates galactonotus

Adelphobates galactonotus

Adelphobates galactonotus (Steindachner 1864)

30-40mm groot met een postuur vergelijkbaar aan dat van D. leucomelas. De kikkers zijn zwart en lijken met een verfkwast een geel, oranje of rode streep te hebben gekregen over de gehele rug, waarbij 75 tot 95% van de rug en poten gekleurd kan zijn. Enkele populaties zijn volledig oranje of porselein wit gekleurd. De buikzijde is glanzend zwart van kleur.

 

 

Geografische variatie:

De oranje 75 tot 95% gekleurde kikkers worden gevonden in Belem en Santarem, Brazilië. Rond deze populaties worden ook de gele vormen gevonden. De zogenaamde `moonshine` vorm is nog niet duidelijk aan een vindgebied toegewezen. De 75% en 95% gekleurde vormen komen uit verschillende populaties, hoewel binnen populaties er enige variatie bestaat in de hoeveelheid tekening van de felle kleur.   

Roep: De mannetjes zoemen een zachte maar relatief lange metaalachtige klank. De totale roep duurt ongeveer drie keer zo lang als die van D. auratus.

Verspreiding:

Laagland regenwoud in Brazilië van de Rio Tapajos tot de monding van de Amazone rivier in de staten Para, Maranhao en Goias.

Ecologie:

Adelphobates galactonotus is een bodembewoner van primaire zeer natte regenwouden. Ze worden met name gevonden rond omgevallen bomen waar ze diverse soorten geleedpotigen eten. Vrouwtjes leggen 5-12 relatief grote eieren die door de mannetjes worden verzorgd en de uitgekomen kikkervissen worden op de rug van het mannetje naar poeltjes in boomholtes, palmschubbladen en zaaddozen. Kikkervissen zijn voornamelijk karnivoor maar overleven ook op plantaardig voedsel.

Het terrarium::

Adelphobates galactonotus is een bodembewoner, die in kleine groepjes gehouden kan worden in een terrarium van 60x40x40 cm.

Temperatuur:

De temperatuur kan liggen rond 25-28 °C, ‘s nachts met 3-4 °C dalend. In zijn natuurlijke biotoop zijn er twee jaargetijden. In de droge tijd zijn de bossen vergelijkbaar met de Europese loofbossen in de zomer. Rond deze tijd zou je hier geen gifkikkers verwachten. De bladlaag is sterk uitgedroogd en de temperaturen kunnen boven 30°C uitkomen. Dus tref je nauwelijks dieren aan. De dieren trekken zich diep in de bladlaag terug (soms tot wel 50 cm). In deze tijd vinden ook veel bosbrandenplaats, vaak bewust aangestoken om meer weidegrond te produceren. In de regentijd regent het veel en de temperaturen liggen tussen 20 en 23°C.

Groepsgewijs/paarsgewijs:

Zowel paarsgewijs als groepsgewijs is bij het houden en kweken van deze soort goed mogelijk.

Eieren:

In het terrarium houden sommige dieren een legrust, ook bij intensieve regentijd simulatie. Andere dieren blijven echter gewoon doorleggen en leggen zelfs wanneer het terrarium droog gehouden wordt, zodat de mannetjes en voruwtjes uit elkaar gehaald moeten worden om ze wat rust te geven en de kwaliteit van de legsels te verbeteren. De legsels zijn relatief groot en bedragen afhankelijk van de voeding en rustpauzes 5 tot 15 helder grijze eieren. De ontwikkeling van ei tot larf duurt 14 to 20 dagen. Wanneer de larven gezond zijn hebben ze geen hulp nodig bij het uit het ei komen.

Overige kweekinformatie:

De larven eten bevroren en levende witte, zwarte en rode muggenlarven, watervlooien, Tetra droogvoer en Spirulina-algen.   Bij voldoende voedselaanbod bereiken ze na circa 65 - 80 dagen hun metamorfose. De jonge kikkers zijn tussen 12 en 14 mm groot en eten direct kleine fruitvliegen, hnoewel toevoegen van springstaarten zeer positief werkt. Misvormingen treden helaas ook bij A. galactonotus larven regelmatig op. Per regentijd zou men daarom niet meer dan 4 tot 5 legsels moeten toelaten. Hierna is een drogetijd van minimaal 5 maanden verstandig om de ouderdieren rust te geven.

 

Printen
Back To Top