Ranitomeya opisthomelas (Boulenger 1899)
14-20mm Klein roodbruin tot rood kikkertje dat sterk lijkt op R. virolinensis. De rug en bovenarmen zijn helder rood gekleurd en hebben kleine wratjes. De onderarm, achterpoten en onderste deel van de rug zijn donker bruinrood met her en der een rood stipje. De buikzijde is geheel bruinrood (R. virolinensis heeft witte vlekken) en geeft langs de flanken zicht op de helder rode kleur van de rug.
Geografische variatie:
Bekend van een enkele vindplaats.
Roep: Krekelachtige buzz, sterk gelijkend met die van R. bombetes en R. virolinensis
Verspreiding:
Het noorden van de Cordillera Occidental en de Cordillera Central in Colombia. De kikkers komen op grotere hoogte voor tussen de 1100 en 2200 meter boven zeeniveau.
Ecologie:
De kikkertjes zijn gebonden aan regenwoud boven de 1000 meter op de bergketens van de Andes, waar het in de nachten tot onder de 10 graden kan afkoelen. Ze leven voornamelijk op de bosbodem en klimmen tot enkele meters hoog de stammen van bomen op waar zich bromelias bevinden. Ze zijn sterk aan deze bromelias gebonden en zijn algemener rondom clusters van terrestrische bromelias. De mannetjes verzorgen de kleine legseltjes die vermoedelijk tussen het afgevallen blad worden gelegd. De kikkervisjes worden op de rug van het mannetje naar poeltjes in bromelias gebracht. De kikkervissen zijn vermoedelijk omnivoor en niet kannibalistisch.