Dierenhandel
Sinds de late jaren ’60 is er vanuit westerse landen een grote behoefte ontstaan aan het hobbymatig houden van gifkikkers. Door de almaar toenemende kennis over deze dieren, door zowel wetenschappelijk onderzoek als waarnemingen in gevangenschap, is de interesse voor deze dieren afgelopen decennia enorm gegroeid. Vooral de mooi gekleurde gifkikkers uit de familie van Dendrobatidae spreken enorm tot de verbeelding, waar de onopvallende soorten uit de familie van Aromobatidae nooit erg populair zijn geworden. De vraag van hobbyisten naar nieuwe soorten en kleurvarianten is met de toenemende kennis van soorten en varianten ook almaar groter geworden. Voor veel hobbyisten is dit gedreven door liefhebberij voor pionieren, maar ook zijn de gifkikkers soms een statussymbool ofwel een manier om geld te verdienen door zeldzame of nieuwe soorten en varianten te kweken voor de handel. Tevens blijft er vraag naar wildvangkikkers doordat niet alle nakweek na meerdere generaties nog even mooi en gezond is als de dieren in het wild. En lang niet alle soorten worden even succesvol gekweekt. Wellicht is dit te wijten aan slechte voeding, omstandigheden en inteeltdepressie, maar desalniettemin is het een geregeld voorkomend probleem. Er zijn verschillende bedrijven die zich bezighouden met de import van gifkikkers uit de landen van herkomst om op de behoefte aan wildvang in te spelen. Tegenwoordig vindt wildvang vooral plaats op basis van quota die in deze landen worden vastgesteld. Hiermee wordt overmatig verzamelen van dieren uit het wild voorkomen. Althans, dat is de gedachte. Helaas geldt voor veel landen dat de quota niet gebaseerd zijn op gedegen onderzoek, waardoor het onduidelijk is hoeveel de populaties van verschillende soorten te lijden hebben onder het verzamelen. Als er conservatieve quota op basis van gedegen onderzoek worden vastgesteld en tevens de populaties voor het verzamelen van de dieren worden aangewezen, bestaat er voor veel soorten die veelvuldig voorkomen geen enkel probleem als er dieren verzameld worden voor export. In veel landen is de legale export van inheemse dieren voor handelsdoeleinden al vele jaren of decennia verboden om populatieafnamen door export te voorkomen. Veel soorten worden door de lokale bevolking verzameld in opdracht van smokkelaars, omdat de vraag naar deze diersoorten toch onverminderd groot blijft. Zodra de smokkelaars langs komen, betalen ze de lokale bevolking voor de verzamelde dieren een laag bedrag (slechts enkele procenten van de uiteindelijke verkoopprijs), om ze daarna te transporteren naar westerse landen. Hoeveel dieren er in het land van herkomst al sterven in afwachting van het uiteindelijke transport is niet duidelijk, maar sterk afhankelijk van de smokkelmethode is het niet ongewoon dat tijdens het transport grote aantallen dieren sterven. Deze manier van handelen heeft helaas ook tot gevolg dat volledige populaties door de lokale bevolking weggevangen worden. Het vormt daarmee voor de zeer gewilde soorten een zeer grote bedreiging. Hobbyisten hebben over het algemeen weinig sympathie voor overheden die geen exportquota vaststellen. Niet alleen ontstaat hierdoor de grote smokkelproblematiek, maar voor veel soorten is habitatdestructie een veel grotere bedreiging. Toch ligt de oorzaak van de smokkel vooral bij de vraag naar deze soorten van de hobbyisten zelf. Zo lang er hobbyisten zijn die de gesmokkelde dieren kopen en bereid zijn hiervoor hoge bedragen neer te tellen, zal de smokkel niet afnemen.