Excidobates mysteriosus

Excidobates mysteriosus (Myers 1982)

24-30mm Middelgrote chocolade bruine Excidobates met helder witte tot gelige (groen in jonge kikkers) ronde tot ligt gerekte stippen. De poten en buikzijde hebben eveneens deze tekening, waarbij de stippen op de buikzijde veelal meer gefuseerd zijn. De toppen van tenen en vinger zijn typisch wit gekleurd. De huid is glad of met kleine wratjes op de flanken en buikzijde.

Geografische variatie:

Bekend van een enkele locatie waar er variatie is in de kleur van de witte stippen die een gelige of meer groenige glans kunnen hebben.

Roep: De roep lijkt op die van Oophaga histrionicus

Verspreiding:

Peru, nabij Santa Rosa in de bovenste delen van de Río Marañón drainage, Department Cajamarca en Cordillera del Condor. 600 tot 1200 meter boven zeeniveau.

Ecologie:

E. mysteriosus leeft in de bromelias die groeien op de stenen flanken van hellingen of op de takken van de lage boompjes die hier groeien. Veelal zitten de kikkers meteres boven de grond. In de bromelias zijn ze beschermd tegen de extreme weersveranderingen van koude nachten (14 graden) en zonnige warme dagen veelal boven de 30 graden. Vochtigheid in deze gebieden is extreem variabel, maar in de bromelias doorgaans constanter. Een koppeltje bewoont een enkele bromelia en brengt hierin hun jongen groot. De legseltjes bestaan uit 10 tot 12 zwarte eitjes die op de bromelia bladeren worden afgezet. De vrouwtjes dragen de kikkervissen op hun rug naar poeltjes in de bladoksels van dezelfde bromelias, waar de kikkervissen soms samen in dezelfde poeltjes zitten. De vrouwtjes brengen voedseleitjes, maar de larven zijn niet gebonden aan het eten van eieren en eten ook ander voedsel.

Het terrarium:

Schulte heeft goede ervaringen in een terrarium van 50 x 50 x 60 cm. De aanwezigheid van grote bromelia’s heeft de voorkeur, maar is niet absoluut noodzakelijk zoals Schulte in zijn boek beweerd. De kikkers maken erg graag gebruik van filmkokertjes en cocoshutjes.

Temperatuur:

Temperatuur 23-26°C overdag en enkele graden daling ’s nachts.

Groepsgewijs/paarsgewijs:

De dieren zijn goed paarsgewijs te houden. In groepen is ook mogelijk, echter is mij niet zeker of meerdere mannen elkaar accepteren.

Eieren:

De kikkers leggen 8 tot 15 zwart-witte eieren die er vergelijkbaar uitzien als de eieren van O. histrionica.

Overige kweekinformatie:

De nakweek die zich in gevangenschap bevindt is allemaal afkomstig van illegaal geïmporteerde dieren. Ondanks dat lijkt E. mysteriosus een eenvoudig te kweken kikker die zeer actief is en absoluut niet schuw is. Volgens Simon Bomholt uit Denemarken zijn de kikkers met name bodembewoned in zijn terrarium. Hij heeft inmiddels behoorlijk wat nakweek. De roep klinkt als een kruizing tussen O. pumilio en R. ventrimaculatua. Naast de lange territoriale roep heeft Schulte ook een kortere roep waargenomen. De balts is vergelijkbaar aan die van O. histrionica, maar simpeler en korter. E. mysteriosus kan gevoerd worden met allerlei insecten. De larven zijn omnivoren en zijn goed op te kweken met visvoer. Het is essentieel de kikkervisjes separaat op te fokken aangezien zij een hormoon uitscheiden dat de dood van broertjes en zusjes kan betekenen. De larven vertonen regelmatig een geknikte staart, normaal gesproken ontwikkelen dergelijke larven zich niet, maar bij mysteriosus levert dit geen problemen op. Wanneer de gemetamorfoseerde kikkertjes na 4 maanden aan land komen, moeten zij nog steeds gescheiden gehouden worden aangezien het hormoon zelfs nu nog de dood kan betekenen. Schulte vermoedt dat de kikkers voedseleitjes afzetten, maar dit is in gevangenschap nog niet waargenomen. De jonge kikkers kunnen direct gevoerd worden met kleine fruitvliegen.

Printen
Back To Top