Gifkikkers
Gifkikkers vormen een superfamilie, de Dendrobatoidae, van meer dan 300 soorten die voorkomen in Midden- en Zuid‑Amerika. De Nederlandse namen voor deze superfamilie, gifkikker en pijlgifkikker, verwijzen naar de giftigheid van de kikkers en het feit dat het gif door inheemse stammen in het regenwoud gebruikt wordt om pijlpunten voor de jacht van gif te voorzien. Deze namen zijn enigszins misleidend. Nog niet eens de helft van alle soorten die tot de familie van gifkikkers gerekend wordt, is ook daadwerkelijk giftig. Bovendien is slechts van een drietal soorten gifkikkers bekend dat deze door enkele inheemse stammen worden gebruikt om de pijltjes voor hun blaaspijp met kikkergif in te smeren (Myers et al., 1978). De Dendrobatoidae is de meest in het oog springende groep kikkers op aarde.De veelal dagactieve kikkers hebben zeer uiteenlopende kleuren, een arsenaal aan fluittonen, trillers of raspende roepen en de grootst denkbare variatie aan voortplantingsstrategieën binnen het dierenrijk. Kenmerkend is dat de eieren op het land worden gelegd, de jongen meestal door de mannetjes worden verzorgd en de larven (ook wel kikkervissen genoemd) op de rug naar het water worden gedragen. De kikkers vormen soms paartjes voor het leven en enkele soorten investeren intensief in hun jongen door deze met onbevruchte eieren te voeden. De kikkers hebben een lange levensverwachting. In gevangenschap kunnen de kikkers een leeftijd van twintig jaar bereiken. Ook in het wild zijn waarnemingen gedaan van kikkers die minstens vijf jaar oud waren.