Huisvestingsvormen
Voor het houden van gifkikkers is een geschikte huisvesting, een vivarium, noodzakelijk. Er zijn echter verschillende typen vivaria mogelijk. Waar de keuze op valt hangt sterk af van persoonlijke voorkeuren. Zo is het mogelijk een vivarium pronkstuk te bouwen, waar de bewoners slechts een detail zijn in een visueel spektakel met een inrichting vol planten en andere structuren. Een dergelijke huisvesting wordt ook wel een showbak genoemd, en staat meestal als blikvanger in de huiskamer of op kantoor. Het kweken van de kikkers is in dergelijke bakken vaak van ondergeschikt belang, maar is uiteraard wel heel goed mogelijk. Veel hobbyisten kiezen ervoor om in dergelijke bakken, meestal van groot formaat, meerdere soorten gifkikkers gezamenlijk te houden, soms ook gecombineerd met boomkikkers, hagedissen, vissen en soms andere diersoorten (zie artikel: Soorten gecombineerd houden).
Kwekers kiezen er vaak voor kweekstellingen met meerdere bakken te plaatsen om verschillende soorten apart te kunnen huisvesten. Het voordeel is dat elke soort zijn soortspecifieke verzorging kan krijgen om de kweek te stimuleren. De verschillende soorten komen ook niet in elkaars territoria, waardoor veel stress wordt voorkomen. Vaak worden kweekstellingen ook in aparte ruimten geplaatst, vaak kikkerkamers genoemd. Het voordeel hiervan is dat de verwarming en koeling van deze ruimte gebruikt kan worden om het klimaat in alle bakken optimaal te houden.
De meest bijzondere vorm van huisvesting is een zogenaamde inloopbak. Het betreft hier een vivarium dat zo groot is dat de hobbyist er naar binnen kan lopen. Soms dienen kassen ervoor om een dergelijk vivarium in aan te leggen, maar ook volledige kamers of kamerdelen worden er soms voor in gebruik genomen. Een nadeel kan zijn dat de temperatuur, vooral in kassen, ’s winters onvoldoende hoog kan worden gehouden zonder een hoge energierekening. Ook kan de temperatuur in de zomer in sommige gevallen veel te hoog oplopen. Het is dus van zeer groot belang zeker te weten of aan de temperatuureisen van de gifkikkers kan worden voldaan. Een voordeel is dat in kassen gebruik kan worden gemaakt van natuurlijk zonlicht. Omdat dergelijke vivaria binnenshuis een enorme hoeveelheid verlichting vergen, wordt er ook wel voor gekozen ze tegen een gunstig gelegen raamzijde te bouwen ofwel een binnenplaats voor dit doel te overdekken. Ook dan kan er veel energie bespaard worden door verlichting middels zonlicht.
Voor vivaria bestaat er ook nog de optie om te kiezen voor planten en dieren uit een specifieke biotoop. Wanneer zowel planten als dieren uit één specifiek biotoop komen wordt het een biotoopbak genoemd. Biotoopbakken zijn echter zelden een correcte weergave van een bestaand biotoop, maar meestal een samenstelling van planten en dieren uit één bepaald land en zelden één bepaald gebied. Toch hebben veel hobbyisten er veel plezier in een biotoopbak zo goed mogelijk samen te stellen.
Voor de verhoudingen tussen land- en watergedeelten in de vivaria bestaat er nog een onderverdeling tussen terraria, paludaria, riparia en aquaria. Van een terrarium is sprake als het volledige vivarium uit alleen maar land bestaat. De afwezigheid van een watergedeelte is voor zeer veel soorten gifkikkers geen enkel probleem. Zo heeft een watergedeelte voor alle Oophaga-soorten, maar ook voor meerdere soorten uit de geslachten Adelphobates, Andinobates, Dendrobates, Excidobates, Minyobates en Ranitomeya, niet tot nauwelijks een functie. In ieder geval kunnen ze uitstekend zonder watergedeelte, mits het bodemsubstraat verder voldoende water bevat en verdampt. Voor deze soorten is het wel van belang dat er andere waterhoudende structuren in de bak aanwezig zijn voor de voortplanting. Vaak zijn het waterhoudende bladoksels, maar ook kunstmatige structuren kunnen hiervoor dienen. Wanneer een klein watergedeelte aanwezig is wordt het door veel soorten echter wel degelijk gebruikt voor het afzetten van larven. Omdat watergedeeltes vooral bij de voortplanting hun functie hebben, worden veel jonge dieren in terraria opgekweekt.
Een paludarium is een vivarium met een land- en watergedeelte. Het landgedeelte is bij paludaria groter dan het watergedeelte, waardoor het zeer geschikt is om gifkikkers te houden. Vooral soorten die hun larven afzetten in poeltjes of beekjes dienen in paludaria gehouden te worden. Denk hierbij aan soorten uit de geslachten Allobates, Anomaloglossus, Aromobates, Colostethus, Epipedobates, Hyloxalus, Mannophryne, Phyllobates, Rheobates en Silverstoneia. Ook worden veel soorten die zeer geschikt zijn om te houden in terraria door vele hobbyisten in paludaria gehouden.
Riparia hebben eveneens een land- en watergedeelte, maar de verhouding tussen beiden is omgekeerd. Doordat er in riparia slechts een klein landgedeelte is, worden gifkikkers zelden in riparia gehouden. Toch kunnen vooral grote riparia wel geschikt zijn als huisvesting, omdat er dan een voldoende groot landgedeelte aanwezig is. Het risico kan wel zijn dat te water geraakte kikkers moeilijk een geschikte plaats kunnen vinden om weer aan land te komen. In onfortuinlijke gevallen kan dit de verdrinkingsdood tot gevolg hebben. Riparia zijn overigens wel zeer geschikt om boom- of rietkikkers in te huisvesten.
Een aquarium, een vivarium met alleen maar water, is voor gifkikkers en de meeste andere kikkersoorten niet geschikt. Slechts enkele volledig aquatische soorten, Pipidae, kunnen in een aquarium worden gehouden. Binnen de gifkikkerhobby hebben aquaria vooral een functie bij het opkweken van larven.