Maart 2012
Nieuwe namen voor de kleinste gifkikkers
Het zal weer even wennen zijn. Wederom een grote verandering in de naamgeving, maar nu voor de kleinste gifkikkertjes. In oktober van vorig jaar verscheen een 120 pagina’s grote publicatie met het meest complete overzicht van de biologie van soorten die tot het genus Ranitomeya worden gerekend. Hierin worden nogal wat taxonomische veranderingen voorgesteld, die ik hier zal toelichten.
Graanklanders
Sinds enige tijd heb ik, buiten het standaard assortiment aan voedseldieren, een nieuw voedseldiertje: de graanklander (Sitophilus granarius). Ik kweek en voer ze succesvol. Dit voedseldiertje is een graag gegeten aanvulling op het menu van onze (gif)kikkers. In dit artikel geef ik wat achtergrondinformatie en een kweekverslag van dit voedseldiertje.
Epipedobates boulengeri, Natuurlijke observaties en kweek in gevangenschap
Epipedobates boulengeri is een niet zo bekend kikkertje in de hobby. Weinigen van ons hebben het diertje in de vrije natuur kunnen bekijken. Van kweekervaringen is nauwelijks melding gemaakt. Ondanks zijn onopvallende verschijning is het een leuk kikkertje, dat voor de echte liefhebber een welkome aanvulling in de kikkerkamer kan zijn. Jeroen van der Steen maakt u deelgenoot van zijn ontmoeting met dit kikkertje in de natuur en Remco Stuster vertelt over zijn kweekervaringen.
In the picture “Frog, a photographic portrait”
De felgekleurde pijlgifkikkertjes zijn een fraai onderwerp voor fotografie. Deze twee hobby’s gaan dan ook goed samen en veel hobbyisten proberen hun kikkers zo mooi mogelijk vast te leggen. Sinds kort ben ook ik de uitdaging aangegaan om diverse amfibieën (en reptielen) te fotograferen. Voor inspiratie en technieken kijk ik naar beelden van anderen. Zo kwam ik terecht bij Thomas Marent, die één van mijn voorbeelden is geworden. In dit artikel breng ik zijn boek ‘Frog: a Photographic Portrait’ onder de aandacht. Dit boek is een combinatie van beide onderwerpen: kikkers en fotografie.
Polymorfisme van Oophaga histrionica
Oophaga histrionica behoort tot een groep pijlgifkikkers uit de biogeografische zone van de Chocó. Dit gebied loopt van het noorden van het departement Chocó in Colombia tot het noorden van de westkant van Ecuador. Op basis van diverse onderzoeken is geprobeerd om de soort op een verantwoorde manier op te splitsen in een noordelijke populatie (Oophaga histrionica) en een zuidelijke populatie (Oophaga sylvatica). Verschillen in roep, kleurpatroon en grootte liggen daaraan ten grondslag. Tegenwoordig is voldoende verschil in het DNA gevonden om van twee soorten te spreken. Dat wordt volgens de laatste revisie van Grant et al. (2006) ook bevestigd. Ook Oophaga lehmanni wordt als een valide soort beschreven. Desondanks is nog niet alles bekend van deze soorten en hun nieuwe variëteiten. Nieuwe populaties en variëteiten worden nog steeds gevonden.
Kweken met Pedostibes hosii in Lodz Zoo, Polen
De Pedostibes hosii komt voor in het zuiden van Thailand, het schiereiland Maleisië, Borneo en Sumatra (Amphibia Web). De precieze verspreiding van de soort moet nog meer onderzocht worden. Waarschijnlijk is de verspreiding wijder dan nu wordt aangenomen. Pedostibes hosii is een boombewonende soort die leeft in laaglandbossen in de nabijheid van rivieren en beken tot een hoogte van 700 meter. Op de IUCN Red list staat de status van P. hosii op: least concern.
De passie van Frank Lots
Begin jaren ’80 van de vorige eeuw raakte Frank in de ban van onze fascinerende hobby.
Deze fascinatie is nog lang niet voorbij, integendeel, hij heeft zijn vrouw minstens zo enthousiast weten te maken. Door een ernstig hartfalen in het begin van 2011 en een aansluitende zware hartoperatie heeft hij nog niet alle plannen die hij in zijn hoofd heeft kunnen uitvoeren. Gelukkig is hij in het bezit van twee rechterhanden en maakt hij vroeg of laat precies datgene wat hij in zijn hoofd heeft. Het zal dus wel allemaal goed komen.
Ameerega trivittata bij de koffie!
Je hebt Parijs niet gezien als je de Eiffeltoren niet aanschouwd hebt. Toen wij besloten om naar Peru te gaan, werden de vele bezienswaardigheden een lange optelsom. Vijf weken zouden we nodig hebben om alles van ons lijstje af te werken, inclusief kikkers zoeken. Het zou het laatste deel van de reis zijn die in het teken van de pijlgifkikkerbiotopen stond, de klap op de Peruaanse vuurpijl.