Paringsgedrag

Paringsgedrag

Wanneer een vrouwtje ingaat op de roep van het mannetje kan het nog uren duren voordat er eieren worden gelegd. Gifkikkers hebben een uitgebreid paringsritueel, waarbij wederom de soorten behoorlijk kunnen verschillen in het gedrag dat ze daarbij laten zien. Het basispatroon in het ritueel wordt gevormd door een lange achtervolging van het mannetje door het vrouwtje. De roepende mannetjes maken telkens een kort sprongetje of loopje en roepen om het vrouwtje te stimuleren hem te volgen. Het paartje bezoekt zo meerdere afzetplaatsen voor eieren die door het vrouwtje op kwaliteit worden geïnspecteerd. Bij verreweg de meeste gifkikkers maken de mannetjes korte sprongetjes en maken zich groot en breed om het vrouwtje te imponeren met hun omvang en kleur. De kleinere gifkikkers uit het geslacht Ranitomeya, maken korte loopjes die er soms wat robotachtig uitzien, telkens roepend naar het vrouwtje om haar aan te sporen te volgen. Iedere keer wanneer het vrouwtje het mannetje genaderd is, maken de kikkers contact. Bij Dendrobates tinctorius is dit gedrag het opvallendst. Het grotere vrouwtje zet haar voorpoten tot over de achterpoten van het mannetje en lijkt haast op zijn rug te klimmen. Het vrouwtje spoort het mannetje aan om verder te lopen door met haar voorpoot over zijn flank te wrijven. Het mannetje zet dan een paar passen vooruit en laat zijn zacht zoemende roep horen. Bij soorten uit het geslacht Phyllobates is in gevangenschap al dagen voordat een legsel wordt gelegd, duidelijk dat er iets in de lucht hangt. De kikkers worden onrustig, mannetjes en vrouwtjes bespringen elkaar geregeld en er wordt veelvuldig gefloten. Ook worden afzetplaatsen voor eieren bezocht, maar ook weer snel verlaten totdat het paartje daadwerkelijk overgaat tot het afzetten van eieren. Dat er wat in de lucht hangt, is ook goed te zien bij verschillende Allobates‑, Hyloxalus‑ en Mannophryne‑soorten. De mannetjes worden donkerder van kleur wanneer ze intensief roepen wat al dagen voor daadwerkelijke paring begint. Mannetjes van Mannophryne collaris en Rheobates palmatus spannen de kroon. Als onderdeel van de paringsdans maken ze een flinke sprong in de lucht om een vrouwtje te imponeren.

Het paringsritueel is essentieel voor de goede coördinatie van het afzetten van eieren en sperma op exact dezelfde plaats. Wanneer de kikkers op een afzetplaats voor eieren zijn aangekomen, vegen het mannetje en vrouwtje het oppervlak schoon. Dit gedrag helpt bij het overeenstemmen in de juiste afzetplaats. Bij Ranitomeya amazonica en R. variabilis speelt dit gedrag zich af op de waterrand van een klein poeltje dat zich in een bladoksel van een bromelia heeft gevormd. De kikkers draaien om elkaar heen en maken snelle schoppende bewegingen met de achterpoten over het bladoppervlak. Ook deze soorten bezoeken meerdere bladoksels, waar ze hetzelfde ritueel uitvoeren om uiteindelijk terug te keren naar de meest favoriete afzetplaats voor de eieren. Tijdens de paring zitten het mannetje en vrouwtje dicht tegen elkaar aan waarbij meestal het vrouwtje voor het mannetje zit. Bij alle Ameerega‑ en Epipedobates‑soorten en verschillende soorten in de geslachten Allobates, Anomaloglossus, Colostethus, en Silverstoneia omklemt het mannetje het vrouwtje met zijn voorpoten onder de kop (kop‑amplexus). Vlak voor het afzetten van de eieren schuift het mannetje tot dicht tegen of op het vrouwtje. Dit doen alle gifkikkersoorten om te zorgen dat ze hun sperma afzetten op de plaats waar het vrouwtje kort daarna haar eieren zal leggen. Na het afzetten van sperma verlaten de mannetjes meestal het vrouwtje vlak voordat ze daadwerkelijk haar eieren legt. Dat er tot daadwerkelijke paring wordt overgegaan is soms te horen aan een verandering in de roep van het mannetje. Ze maken soms een knorrend geluid dat bij veel gifkikkersoorten overeenkomt.

Printen
Back To Top