Phyllobates aurotaenia (Boulenger 1914)
24-34mm Middelgrote gifkikker met heldere dorsolaterale streeptekening in groen, geel of oranje op een zwarte kikker. Enkele individuen of populaties hebben de kleur van de dorsolaterale lijnen ook midden op de rug en deels op de flanken. De poten zijn eveneens zwart en bezaaid met kleine stipjes in helder lichtblauw, groenwit of geel. De buikzijde is zwart met een marmer tekening van blauw of groenblauw. De huid is glad.
Geografische variatie:
Er zijn ten minste drie kleurvarianten bekend. De geel gestreepte vorm komt voor op lager gelegen regenwoud, 400 meter boven zeeniveau, rond Condoto. Een vergelijkbare kleurvorm, meer oranje gekleurd en met een dikke streeptekening op het midden van de rug komt op grotere hoogte voor. Deze kikkers zijn iets groter en worden niet lager dan 900 meter boven zeeniveau waargenomen. De meest noordelijke populaties hebben de voor deze soort zo kenmerkende metallic groene dorsolaterale streeptekening. De roep van deze populatie wijkt ook iets af van de andere twee populaties en is melodieuzer en sterker gelijkend met die van D. leucomelas.
Roep: Krachtige kanarie achtige triller vergelijkbaar met P. vittatus, maar iets langzamer en lager van toonhoogte.
Verspreiding:
Atrato en San Juan drainages, Choco regio van west Colombia. 200-1000m boven zeeniveau.
Ecologie:
De kikkers komen voor in primair regenwoud en leven strikt op de bosbodem tussen het afgevallen blad. Veelal worden ze gevonden rondom beekjes. Er is in deze bossen meer ondergroei dan bij P. bicolor habitat. De temperatuur is constant tussen de 24 en 28 graden en de luchtvochtigheid extreem hoog. De mannetjes zijn territoriaal en zorgen voor de legseltjes van 15-25 eitjes, die tussen het afgevallen blad worden gelegd. De mannetjes dragen het gehele aantal kikkervissen tegelijk op hun rug naar de stroompjes waarlangs de kikkers zich ophouden. De kikkervissen zijn omnivoor en niet kannibalistisch.
Het terrarium:
De kikker is eenvoudig te kweken in een terrarium van 80x50x50cm voor een klein groepje of trio. Aan de inrichting worden geen speciale eisen gesteld. De bak mag dus een standaard inrichting hebben zoals velen voor vele gifkikkers geschikt is.
Temperatuur:
Een gemiddelde temperatuur van 25°C is voor overdag geschikt, met een lichte temperatuurdaling 's nachts. De maximum temperatuur is ca 30°C overdag en de minimale ca 18°C ’s nachts.
Groepsgewijs/paarsgewijs:
Zowel groepsgewijs als paarsgewijs kunnen deze dieren gekweekt worden.
Eieren:
Eieren worden goed afgezet in zwarte filmkokkertjes en bladeren van bromelia’s op horizontaal of licht hellende oppervlakten. De grootte van het legsel varieert van 15 tot 28 eieren welke na zo'n 14 tot 18 dagen uitkomen.
Overige kweekinformatie:
Een hoge luchtvochtigheid van 80 – 95% is vereist. In het wild broed zij voornamelijk tijdens de lange vochtige periodes, vergelijkbaar met P. vittatus. Voor de kweker betekend dit dat hij/zij vooral moet zorgen voor flink veel regen in de periode dat hij/zij met de dieren wil kweken. Van een enkeling komen ook geluiden van gelukte kweek bij mindere regen. Dit is mogelijk veroorzaakt door de constante hoge luchtvochtigheid in hun kikkerbakken.
Het is advies luidt om na enkele natte maanden waarin gekweekt wordt, ook weer enkele maanden de dieren droger te houden. Dit komt de gezondheid van de dieren ten goede en zorgt ervoor dat de dieren niet uitgeput raken. Tevens zullen de legsels mogelijk groter zijn en van betere kwaliteit worden na een droge tijd zonder voortplanting.