Plaagdieren
Er wordt bij de inrichting veel gebruik gemaakt van organische materialen, waardoor er geregeld ongewenste dieren mee het paludarium inkomen. Vaak zitten er verscheidene diersoorten verscholen tussen barsten in hout, lianen en tussen houtsnippers of turf. De meeste ongewenste dieren worden echter via planten in huis gehaald, en dan voornamelijk tussen de potgrond waarin die planten aangeschaft worden. In veel gevallen kunnen die dieren geen enkel kwaad in de kikkerbakken. Zo vormt de aanwezigheid van aardwormen, springstaartjes en pissebedden zelden een probleem. Vervelender zijn schadelijke ofwel plaagvormende dieren zoals miljoenpoten, duizendpoten, spinnen, (naakt)slakken en platwormen. Dat het voorkómen van plaagdieren beter is dan genezen, is een aloude wijsheid die ook hier zeker op gaat.
Miljoenpoten zijn herbivoren/detrivoren die zich voeden met allerlei organische materialen. Dergelijke materialen zijn in kikkerbakken altijd in grote getalen aanwezig, en vormen daarmee een haast onuitputtelijke voedselbron voor miljoenpoten. Het is niet ongewoon dat er miljoenpoten meekomen in de potgrond van planten die in kassen geteeld worden. De soort die het meest via deze weg in kikkerbakken terecht komt is de kosmopoliet Oxidus gracilis ofwel kasplatrug. Deze soort wordt tot 2,5 cm lang en is in staat zich rap voort te planten. Bij het verstoren van deze miljoenpoten scheiden ze een stinkende, vies smakende stof af die ervoor zorgt dat predatoren, zoals onze kikkers, niet geïnteresseerd zijn. Ze zijn hierdoor in staat binnen enkele maanden een dusdanig grote populatie te vormen, dat ze niet alleen storend zijn voor het oog, maar ook diverse inrichtingsmaterialen beginnen af te breken. De beste manier om van deze dieren af te komen is het volledig afbreken van de bak en opnieuw inrichten. Een andere methode die soms gebruikt wordt is het afplakken van de bak om deze daarna vol te laten lopen met koolstofdioxide, bijvoorbeeld met behulp van droogijs, nadat alle bewoners uit de bak weggevangen zijn. Het is erg belangrijk dat alle zuurstof uit de bak verdreven wordt, en door de hogere dichtheid van koolstofdioxide zal dit gas naar beneden zakken ten opzichte van zuurstof. De zuurstof zal dus alleen verdreven worden door een opening aan de bovenzijde van de bak. Tevens is het van belang dit proces een tweetal weken later te herhalen als alle nog aanwezige eieren, die niet zijn afgestorven door zuurstofgebrek, zijn uitgekomen.
Duizendpoten komen geregeld in kikkerbakken terecht via turf, houtstronken en soms ook potgrond. Een nadeel is dat het roofdieren zijn die mogelijk gevaar vormen voor zeer jonge kikkers vlak na de metamorfose. Erg snel planten ze zich meestal niet voort in kikkerbakken en ze zijn daardoor niet plaagvormend. Meestal helpt het om de enkele exemplaren die gezien worden direct te doden. Mochten ze toch een ware plaag gaan vormen, dan zou de eerder gemelde koolstofdioxide methode kunnen helpen.
Spinnen komen via allerlei inrichtingsmaterialen in kikkerbakken terecht, maar ook komen nimfen en jonge spinnen eenvoudig via luchtroosters een bak in. Grote exemplaren kunnen zich in een uitzonderlijk geval tegoed doen aan zeer jonge kikkers, maar bovenal worden er vooral veel voedseldieren door de spinnen verorberd. Minstens zo vervelend zijn de webben die door de spinnen gemaakt worden die een doorn in het oog zijn van menig hobbyist. De meest voorkomende spinnenplagen worden veroorzaakt door kogelspinnen. Niet alleen in kikkerbakken planten ze zich eenvoudig voort, maar ook in kikkerkamers van menig hobbyist. Het is dus verstandig poreuze materialen en materialen met kieren en gaten erin te ontdoen van spinnen. Dat kan door materialen een korte tijd in een magnetron te plaatsen, maar ook enige tijd onderdompelen in heet of kokend water helpt uitstekend. Ook hier zou de eerder gemelde koolstofdioxide methode kunnen helpen om van de plaag af te komen. Spinnenplagen die zich op de kikkerkamer bevinden zijn vaak moeilijk te bestrijden. Soms helpt het om enkele hagedissen los te laten in de kikkerkamer om de plaag in toom te houden, maar dit helpt lang niet altijd voldoende.
Slakken behoren tot de meest voorkomende dieren die, veelal ongewenst, een plekje in kikkerbakken veroveren. Vooral naaktslakken komen vaak mee met potplanten die commercieel geteeld zijn en kunnen snel een plaag gaan vormen. Bij een hoge luchtvochtigheid kunnen ze in grote getalen tevoorschijn komen. Ondanks dat de slakken geen kwaad doen zijn er weinig hobbyisten die het een aangenaam gezicht vinden en zijn ze liever kwijt dan rijk. De naaktslakken er stuk voor stuk uitplukken wanneer ze gezien worden is geen een geschikte methode om ervan af te komen. Slakkenkorrels kunnen alleen gebruikt worden als deze biologisch zijn en geen effect hebben op andere bewoners van de bak. Een betere optie is de bestrijding door middel van nematoden (Phasmarhabditis hermaphrodita). Deze nematoden gaan in de grond zelf op zoek naar slakken, dringen deze binnen en scheiden een bacterie af waardoor de slakken stoppen met eten en na één of twee weken sterven. Zodra de slak is gestorven gaat een nieuwe generatie nematoden op zoek naar nieuwe slachtoffers. Een groot voordeel van deze nematoden is dat ze onschadelijk zijn voor andere organismen en zelf geen plaag vormen. Huisjesslakken komen ook veelvuldig voor in kikkerbakken, maar het zijn meestal zeer kleine (semi-)aquatische soorten die meekomen met aquariumplanten van andere liefhebbers of uit de aquariumhandel. Ondanks dat deze soms in grote aantallen kunnen voorkomen, worden ze zelden gezien als een echte plaag. Bij een teveel aan aquatische slakken kan ervoor worden gekozen enkele slaketende slakken (Anatome helena) in het water te plaatsen. Niet alleen zijn dit mooie slakken om te zien, maar houden ze ook de populaties van andere soorten slakken klein. Zodra er nog weinig voedsel beschikbaar is voor deze slaketende slakken zal ook hun populatie niet meer groeien.
Platwormen, specifiek Rhynchodemus sylvaticus, zijn veelvoorkomende plaagdieren in de hobby. In tegenstelling tot wat men zou verwachten, zijn deze wormen geenszins plat en lijken ze erg op terrestrische Nemertea (snoerwormen). Bij de meeste mensen zijn deze wormen dan ook foutief bekend als Nemertea. Behalve de vorm, is een andere overeenkomst dat deze wormen dezelfde prooien bejagen. Er worden kleine geleedpotigen verdoofd en leeggezogen, om slechts lege omhulsels (uitwendige skeletten) achter te laten. Hierdoor gaan er niet alleen zeer veel voedseldieren verloren aan deze wormen, maar laten ze overal in de bak de leeggezogen omhulsels achter die een doorn in het oog zijn van eenieder die graag schone ruiten en planten heeft. Ook is het een onaangenaam gezicht om tientallen of zelfs honderden van deze wormen door de bak te zien kruipen op zoek naar voedsel. Meestal komen deze wormen mee met planten die hobbyisten van andere hobbyisten krijgen, waardoor de plaag zich van de ene persoon naar de andere verspreidt. Minstens zo vervelend is dat de dunne wormen eenvoudig door de kleine gaatjes in luchtroosters kunnen kruipen, en bij een aangrenzende bak weer via het luchtrooster naar binnen kunnen kruipen. Zo verspreiden ze zich soms van bak naar bak waardoor de plaag almaar groter wordt. Bij het verkrijgen van stekjes van andere hobbyisten, of het overplaatsen van stekjes van de ene bak naar de andere bak, kan verspreiding voorkómen worden door de planten goed af te spoelen en vervolgens goed te laten drogen (tot in de bladoksels), alvorens ze in een volgende bak te plaatsen. Het overzetten van planten met een wortelkluit kan dan het beste voorkómen worden. Er zijn hobbyisten die de plaagvormende wormen in toom weten te houden met een grote populatie van pissebedden in de bak die waarschijnlijk de eieren van deze wormen opeten. Volledig van de wormen af komen is mogelijk door de bak in zijn geheel opnieuw in te richten, of de inrichting enige tijd volledig uit te laten drogen. Enkele hobbyisten hebben succesvol geëxperimenteerd met het besproeien van de bak met een oplossing van een antiwormenmiddel (Flubenol, Levamisole, Ripercol en dergelijke). Ze deden dit dagelijks gedurende enkele weken met een hoge dosis van enkele milliliters per liter sproeiwater. Het is altijd verstandig om dergelijke ontwormingsmiddelen alleen gericht te gebruiken op kikkers en een dergelijke behandeling van de bak te doen zonder de bewoners erin. De kans is groot dat er slachtoffers vallen wanneer de dieren tijdens de behandeling in de bak aanwezig blijven. Spoel na enige tijd ook met veel sproeiwater de bak goed door om deze zo goed mogelijk van medicijnresten te ontdoen, alvorens de bewoners terug te plaatsen.