Plaatsing van planten

Plaatsing van planten

Plaatsing

Het vinden van een geschikte positie om een plant te plaatsen kan soms een uitdaging zijn. Voor een goede groei dient in ieder geval gelet te worden op het type substraat, de luchtvochtigheid, hoeveelheid beschikbaar water voor de wortels, de hoeveelheid water die direct op de plant valt, lichtintensiteit, temperatuur en de hoeveelheid luchtstroming rondom de plant. Uiterlijke kenmerken van planten (de morfologie) kunnen echter in sommige gevallen goede indicaties geven over de levensbehoeften. De kleur, dikte en structuur van het blad en de groeiwijze zijn voorbeelden die aanwijzingen kunnen geven over mogelijke geschikte posities voor de plant in de kikkerbak. Ondanks dat de onderstaande uiterlijke kenmerken in veel gevallen goede indicaties geven, zijn dit geen harde waarheden en zijn er altijd uitzonderingen waardoor het raadzaam blijft om goed geïnformeerd te worden over de planten bij aanschaf.

 

Dikte en beharing van het blad

Enkele voor de hand liggende kenmerken zijn de dikte van het blad en de aan- of afwezigheid van veel haartjes op het blad. Planten met verdikte bladeren, succulenten, zijn vaak goed bestand tegen warmte en droogte. In de verdikte bladeren wordt veel vocht opgeslagen. Tevens hebben succulenten vaak ook leerachtige bladeren. Dit wordt veroorzaakt door een verdikte waslaag rondom het hele blad, wat verdamping en daarmee uitdroging kan voorkomen. Het geslacht Peperomia heeft bijvoorbeeld een behoorlijk aantal succulenten die in een kikkerbak gebruikt kunnen worden. Planten met sterk behaarde bladeren zoals bijvoorbeeld de varen Pyrrosia nummularifolia (behaard aan de onderzijde van het blad) kunnen doorgaans beter tegen warmte en droogte. Tussen de haren zit stilstaande lucht waardoor verdamping beperkt wordt. Anderzijds kunnen planten met erg dunne bladeren vaak niet goed tegen droogte en warmte en kunnen dus beter wat lager en vochtiger geplaatst worden.

 

Kleur van het blad

Wanneer planten (deels) rode of paarse bladeren bezitten kan dit informatie geven over de hoeveelheid licht die ze nodig hebben of kunnen verdragen. De rode of paarse kleur wordt gevormd door anthocyanen, die als natuurlijke pigmenten dienen. Ondanks dat de exacte functie hiervan nog niet geheel duidelijk is, wordt er algemeen gedacht dat planten dit soort pigmenten in hun bladeren gebruiken als een soort van natuurlijke spiegel om licht te weren. De manier waarop ze deze natuurlijke spiegelfunctie gebruiken is tweeledig.

Enerzijds zijn er soorten die de pigmenten met name aan de onderzijde van het blad produceren. De algemene gedachte is dat op deze manier het licht dat van bovenaf op het blad valt eerst direct gebruikt kan worden door de bladgroenkorrels voor fotosynthese. Vervolgens schijnt het licht door het blad heen, maar wordt het deels weerkaatst door de pigmenten, waardoor het licht opnieuw gebruikt kan worden voor fotosynthese. Deze strategie wordt met name toegepast door soorten die op plekken groeien waar de lichtintensiteit relatief laag is, zoals op de bosbodem onder een (vrijwel) gesloten bladerdak. Op deze manier kan het beschikbare licht toch efficiënt worden gebruikt. Dit type plant heeft vaak ook relatief donkergroene bladeren, door de hoge dichtheid van bladgroenkorrels dat het bezit, wat het verder mogelijk maakt om licht zo optimaal mogelijk op te vangen. Voorbeelden van dergelijke planten zijn Triolena hirsuta en enkele Alocasia-soorten zoals A. aurora, A. chaii, A. regulina en A. wentii. Dergelijke planten kunnen dus beter laag in de kikkerbak geplaatst worden, of op beschaduwde plekken. Te veel licht kan ervoor zorgen dat ze snel wegkwijnen.

Anderzijds zijn er ook soorten planten die de kleurpigmenten juist gebruiken om licht te weren. Ondanks de algemene gedachte dat men nooit te veel licht kan hebben voor goede plantengroei in een kikkerbak, kan een hoge lichtintensiteit voor veel soorten ook schadelijk zijn. Wanneer de pigmenten zich met name bovenin het blad bevinden, kunnen ze dienen als bescherming tegen hoge lichtintensiteit. Een bekend voorbeeld hiervan is Neoregeliaschultesiana ‘fireball’. Met name bij deze ‘fireball’ bromelia is het bekend dat wanneer deze planten van meer licht worden voorzien, de bladeren roder worden en bij (te) weinig licht de bladeren vrijwel geheel groen kunnen blijven. Dit soort planten kunnen dus vaak erg goed tegen een hoge lichtintensiteit.

 

Waarop gelet dient te worden bij de aanschaf

Tegenwoordig is een groot aantal geschikte soorten planten beschikbaar voor kikkerbakken. Er kan gekozen worden om planten te verkrijgen in een tuincentrum, (gespecialiseerde) terrarium- of gifkikkerwinkel, beurs of als stekjes van een andere hobbyist. Elke plek komt vaak met enige voor- en nadelen. Planten in een tuincentrum zijn vaak erg gemakkelijk bereikbaar en soms ook goedkoop, wat ze voor sommigen aantrekkelijk maakt. Veel soorten uit het tuincentrum zijn echter vaak minder geschikt voor kikkerbakken. Tuincentra verkopen soorten die met name geschikt zijn als kamerplant, waardoor een kikkerbak voor veel soorten al snel te vochtig is. Een ander nadeel is dat planten vaak behandeld zijn met bladglans en/of pesticiden. Deze stoffen kunnen in sommige gevallen mogelijk een gezondheidsrisico met zich mee brengen voor kikkers wanneer ze in de kikkerbak terecht komen. Spoel alle planten voor de zekerheid goed af voordat ze in de kikkerbak geplaatst worden, maar probeer met gif bespoten planten te allen tijden te voorkomen. De meer gespecialiseerde bedrijven in gifkikkers en enkele gespecialiseerde plantenaanbieders die men vaak op beurzen aantreft, hebben vaak een groot assortiment met planten die erg geschikt zijn voor kikkerbakken. Tevens is er vaak veel kennis aanwezig wat het kiezen tussen de meest geschikte soorten makkelijker kan maken. De bereikbaarheid kan voor sommigen echter wel een probleem zijn, alhoewel bestellen via internet tegenwoordig ook vrijwel altijd mogelijk is.

Veel hobbyisten wisselen ook regelmatig stekjes of planten uit met elkaar. Op deze manier kunnen (meestal gratis) nieuwe interessante soorten verkregen worden die het in een andere kikkerbak reeds goed doen. Er kleven hieraan wel enkele risico’s die zeker niet onderschat dienen te worden. Zo kunnen op deze manier gemakkelijk ziekten verspreid worden. Ook al lijken de bewoners uit kikkerbakken waaruit de stekjes komen allemaal gezond, de dieren kunnen wel drager zijn van bepaalde ziekten.

Ook kunnen plaagdieren via stekjes gemakkelijk overgedragen worden. Plaagdieren kunnen echter ook vaak binnen komen via andere aanbieders van planten (zie artikel: Plaagdieren). Het kan daarom verstandig zijn om bij aanschaf van planten eerst alle aarde rondom de wortels voorzichtig, maar volledig te verwijderen. Pas er goed op dat de wortels hierbij niet te veel beschadigd worden, aangezien dit zeer kwetsbare organen zijn. De laatste aarde rondom de wortels kan vaak volledig verwijderd worden door deze voorzichtig uit te spoelen met water.

 

Printen
Back To Top