Rheobates
Rheobates Grant et al. 2006
Het geslacht Rheobates is in 2006 (Grant et al.) afgesplitst van de het destijds zeer grote geslacht Colostethus. Met slechts twee soorten is dit een zeer klein geslacht. De plaatsing van R. pseudopalmatus in dit geslacht is echter een aanname tot er nader onderzoek naar is verricht.
Kenmerken: Deze 23 tot 39 mm grote bruine gekleurde kikkertjes lijken sterk op de groep van stevig gebouwde beekbewonende kikkers uit het geslacht Anomaloglossus. Een belangrijk verschil is dat deze dieren geen bultje op de tong hebben zoals dat bij Anomaloglossus soorten aanwezig is. De dieren komen voor op de oever langs beekjes en de boven het water uitstekende stenen. Bij dreigend gevaar springen ze in het water en duiken onder een steen. De aanwezige zwemvliezen tussen de tenen, maken dat het zeer goede zwemmers zijn. De voortplanting vindt plaats zonder amplexus, maar wel met een gedrag dat de indruk geeft van een amplexus. De dieren leggen grote legsels die na het uitkomen van de larven in zijn geheel naar een poeltje op de bosbodem gedragen worden door het mannetje. De larven zijn omnivoor en vertonen geen kannibalisme.
Verspreiding: Het verspreidingsgebied ligt in zijn geheel binnen Colombia, specifiek de Magdalena vallei, reikend tot de oostelijke en westelijke hellingen van de Cordillera Oriental, en de oostzijde van de Cordillera Central.
Rheobates:
- Rheobates palmatus (Werner, 1899)
- Rheobates pseudopalmatus (Rivero & Serna 1995)
Geciteerde literatuur:
- Grant, T., Frost, D.R., Caldwell, J.P., Gagliardo, R., Haddad, C.F.B., Kok, P.J.R., Means, D.B., Noonan, B.P., Schargel, W.E. & Wheeler, W.C., 2006, Phylogenetic systematics of dart-poison frogs and their relatives (Amphibia: Athesphatanura: Dendrobatidae). Bull. Amer. Mus., 299, 1-262.