Soorten gecombineerd houden

Soorten gecombineerd houden

Meerdere soorten kikkers houden in één kikkerbak is, net zoals het houden van kikkers in combinatie met andere dieren dan kikkers, een wens van veel hobbyisten. Er zijn echter gezondheidsrisico’s aan verbonden voor de soorten die gecombineerd worden. Natuurlijk willen we niet dat onze dieren door het combineren stress krijgen, vaak met ziekte tot gevolg, of overlijden. Die kans is er echter altijd. Combinaties die bij de één goed gaan, mislukken soms dramatisch bij de ander. Om deze, en andere redenen, zijn er veel hobbyisten, niet geheel onterecht, fel tegen het combineren van verschillende soorten in één kikkerbak. De drang om verschillende soorten te combineren blijft echter bestaan, onder zowel beginnende als gevorderde liefhebbers. Om die reden zijn hier verschillende belangrijke punten uiteengezet, waarvan je kennis dient te nemen voordat je ervoor kiest om verschillende soorten te combineren.

 

 Gifkikkers met (gif)kikkers combineren:

Bij het combineren van verschillende soorten (gif)kikkers, dien je op de hoogte te zijn van het volgende:

1.      Soorten die door veel hobbyisten succesvol worden samengehouden, zijn nooit combinaties die gegarandeerd bij iedereen goed gaan. Het is soms zeer afhankelijk van de situatie en de individuen, of een dergelijke combinatie probleemloos zal verlopen, of niet.

2.      Wanneer verschillende soorten uit hetzelfde geslacht, bijvoorbeeld het geslacht Dendrobates, bij elkaar worden gehouden, levert dit kruisingsgevaar op. Het maken van kruisingen, intentioneel of niet, is volgens de meeste hobbyisten niet wenselijk. Combinaties van soorten bestaan om die reden nagenoeg altijd uit soorten van verschillende geslachten (bijv. Ameerega met Ranitomeya). Ook verschillende varianten van één soort, afkomstig van verschillende locaties, kunnen zorgen voor ongewenste mengvormen.

3.      Combinaties die lange tijd goed gaan kunnen, door het volwassen worden van één of meer exemplaren, opeens verstoord raken.

4.      Om problemen bij combinaties in een vroeg stadium te kunnen detecteren, is het aan de raden de te combineren soorten gedurende enkele maanden te observeren in een niet-gecombineerde situatie. Wanneer het gedrag van een soort bekend is bij de hobbyist, vallen problemen tijdens het houden van een combinatie beter op. U kunt hierdoor sneller handelen wanneer het fout gaat.

5.      Verschillende soorten hebben een voorkeur voor verschillende plaatsen van de bak. Algemeen wordt aangenomen dat soorten die je combineert, het beste verschillende plaatsen in de bak bewonen. Zo worden voornamelijk klimmende soorten veelal gecombineerd met bodembewoners. Hiermee verminder je de kans dat ze elkaar verstoren.

6.      Zonder dat we het weten, kunnen er diersoorten gecombineerd worden die drager zijn van een ziekte. De ziekte verspreidt zich vervolgens gemakkelijk naar de andere soort(en). Ziekten die bij de drager geen negatieve invloed hebben op de gezondheid, kunnen bij een andere soort wel problemen geven. Zieke dieren, of dode dieren, kunnen het gevolg zijn. Vaak zonder dat we weten waardoor er opeens dieren overlijden.

7.      Agressie vindt niet alleen plaats onder soortgenoten, maar ook tussen soorten onderling. Dit geeft vaak stress, en daardoor ziekte, of de directe dood tot gevolg. Zelfs hele kleine soorten uit het geslacht Ranitomeya kunnen het leven van een grote soort uit het geslacht Dendrobates heel zuur maken. Goed opletten of het goed gaat is dus belangrijk.

8.      Territoriumvorming vindt sneller plaats in grote kikkerbakken met weinig individuen, dan in kleine kikkerbakken met veel individuen. Grote kikkerbakken hebben als voordeel dat een opgejaagd dier gemakkelijker weg kan komen. Grote en kleine bakken hebben dus beiden voor- en nadelen.

9.      Combinaties, tussen dagactieve gifkikkers en nachtactieve boomkikkers, worden vaak gemaakt. Boomkikkers pakken in verhouding veel grotere prooien dan gifkikkers, waardoor ( jonge) gifkikkers in sommige gevallen een prooi kunnen vormen. Combineer dus geen soorten die aanzienlijk in formaat verschillen.

10.  Nachtactieve kikkers combineren met dagactieve kikkers doe je het beste in een voldoende grote bak, zodat verstoring van elkaar tijdens de slaap tot een minimum beperkt wordt.

11.  Sommige soorten (boom)kikkers behouden in gevangenschap, in tegenstelling tot gifkikkers,  hun sterke huidgif. Dit huidgif kan ziekte of de dood van andere soorten kikkers veroorzaken. Van soorten uit bijvoorbeeld het geslacht Trachycephalus bestaan dergelijke horrorverhalen.

12.  Combineren van dag- en nachtactieve soorten houdt in dat er overdag en ’s avonds/’s nachts gevoerd zal moet worden met gesupplementeerde voedseldieren. Alleen dan kun je zorgen dat alle diersoorten hun supplementen binnen krijgen.

 

 

Gifkikkers met andere dieren combineren:

Bij het combineren van gifkikkers met andere dieren dan kikkers, dien je op de hoogte te zijn van het volgende:

1.      Diersoorten die elkaar als prooi kunnen zien, worden het beste niet samengehouden. Ondanks de vele gelukte combinaties, pakken zelfs kleine gekko’s wel eens een (jonge) kikker.

2.      Sommige vissen lusten graag kleine kikkervisjes. De vaak gecombineerde seizoensvisjes staan hierom bekend.

3.      Vissen kunnen drager zijn van koudbloed tuberculose. Deze ziekte kan gemakkelijk amfibieën infecteren, met de dood tot gevolg.

4.      Dieren uit een ander klimaat kunnen beter niet samengehouden worden, wegens de verschillende eisen die ze stellen aan hun omgeving. Voldoende verdieping in de te houden soorten is dus een absolute vereiste.

5.      Ook dieren die van nature in hetzelfde biotoop voorkomen, bewonen in het biotoop vaak wel verschillende plaatsen (niches), en stellen daarmee vaak totaal andere eisen aan hun leefomgeving. Hagedissen moeten voldoende kunnen zonnen op een droge plek in de bak, sommige boomkikkers overigens ook. Bij het combineren ervan met gifkikkers dient de bak dus voldoende groot te zijn, en aan de verschillende eisen te voldoen.

6.      Nachtactieve gekko’s kunnen dienen als opruimer van gevoerde krekels die door de kikkers niet gepakt zijn, en zich overdag goed verschuilen.

7.      Voedselconcurrentie kan op de loer liggen. Verzeker jezelf ervan dat alle dieren voldoende voeding binnen krijgen.

8.      Combineren van dag- en nachtactieve soorten houdt in dat er overdag en ’s avonds/’s nachts gevoerd zal moet worden met gesupplementeerde voedseldieren. Alleen dan kun je zorgen dat alle diersoorten hun supplementen binnen krijgen.

Printen
Back To Top