December 2023
Andinobates viridis. Wat is er met deze soort gebeurd?
Een artikel uit 1976 van Charles Myers en John Daly over drie nieuwe soorten Dendrobates. Dit is het enige wat we weten over die kleine, onopvallende soort: Andinobates viridis.
Daarom trok Daniel Meji-Vargas zelf op onderzoek. Maar sinds het eerste bezoek aan de soortlocatie in 2006, blijft het kikkertje onvindbaar. Wat is er aan de hand?
Daniel Meji-Vargas geeft in het artikel een mooie beschrijving van het diertje en zoekt naar een antwoord. Degradatie van habitat lijkt onwaarschijnlijk, maar chytride-schimmel is een waarschijnlijkheid.
Gelukkig is er hoop. Bij de terugkeer in 2023 werd vastgesteld dat de O. lehmanni-populatie zich alvast lijkt te herstellen. Ook wordt er een fulguritus-achtige kikker gevonden, die een hybridisatie zou kunnen zijn van de viridis en fulguritus. Na een gesprek met lokale onderzoekers kwam dan weer fantastisch nieuws uit de bus: deze hadden dan weer enkele exemplaren van de A. viridis gevonden!
Zelfbouw paludarium
Een reis naar de gebieden rondom Chachapoya (Peru), deed bij Michiel Teijgeler het idee groeien om een nevelwoud na te bouwen in de huiskamer.
Een bak van 70x70x120 cm werd voorzien van afwatering, lampen, sproeikopjes, verlichting en alle bijhorende apparatuur.
Dagdelen en seizoenen bepalen de temperaturen die tussen de 18°C en 28°C schommelen.
Eventjes waren een paartje Anolis roquet summus de bewoners van deze mooie bak, maar na hun verhuis sieren nu 16 soorten mini-orchideeën het paludarium.
Alvast te onthouden: bestel glas op maat bij een vakhandelaar en geen online discount glashandel!
De transitie van open water als larve-afzetgebied naar het gebruik van fytotelmata als afzetplaats
Dit artikel is gebaseerd op de publicatie “Historical and Ecological Factors Influence Survivorschip in Two Clades of Phytotelm-Breeding Frogs” van Caldwell & Carmozina de Araújo.
Het artikel begint met een lofzang aan de paranotenboom. Deze is een, bijna letterlijke, bron van fytotelmata en daarmee dé voortplantingslocatie voor veel kikkers. Maar ook de zaden die op de grond vallen, hebben nog een toekomst als broedplaats voor veel dikkopjes. A. castaneoticus en B. castaneoticus zijn voorbeelden van diertjes die de met regenwater gevulde omhulsels gretig gebruiken als broedkamer. Maar niet als enige: ook carnivore insecten en hun larven kunnen deze kleine poeltjes gaan bezoeken.
Interacties tussen kikkerlarven en insectenlarven en de mogelijke effecten van voedseltekort en lage zuurstofconcentraties werden onderzocht op drie verschillende locaties in de Braziliaanse Amazonas. Onderzoek gebeurde met niet-roofzuchtige larven van Bufo castaneoticus, die een vrij klein ei-aflegsel heeft invergelijk met andere Bufonidae. Ook de carnivore larven van Adelphobates castaneoticus werden deel van het veldonderzoek. Uit het veldonderzoek kwam naar voor dat de overleving van de eieren van B. castaneoticus laag was op alle drie de testlocaties. Ook een opvallende vaststelling was dat er meer libellenlarven voorkwamen in de paranootomhulsels met Bufo castaneoticus-larven dan in de omhulsels zonder die larven.
Andere larven die werden gevonden waren die van Allobates femoralis en Colostethus.
Er zijn sterke relaties gevonden tussen het aantal eieren, de afzetplaatsen voor larven en de vorm van ouderzorg.
Gebruik en beoordeling van het gespecialiseerde Exo Terra gifkikker terrarium.
Een standaard terrarium voor Ranitomeya vanzolinii, dat was wat Marco van Walstijn zocht. Het oog viel op de Exo Terra Paludarium van 45x45x45 cm. Hoe zit dat ineen en welke aanpassingen zijn er nodig om dit operationeel te maken voor deze soort?
Een ingebouwde afvoer is aanwezig; een kleine aanpassing zorgt ervoor dat er toch een klein beetje water op de bodem kan blijven staan. Een schuimmat zorgt voor een verhoging van de bodem.
Het standaard bijgeleverde deksel voldoet niet aan de specifieke eisen, dus wordt deze vervangen door een op maat gemaakt alternatief, waardoor de verlichting nu meer centraal in de bak schijnt. Een ventilator zorgt ervoor dat de condens verdwijnt, maar dat luchtvochtigheid beter geregeld is.
Een achterwand van deels natuurlijk materiaal en deels schuim zorgen voor een mooi diepte-effect.
De aanschaf en aanpassingen zorgen ervoor dat de bak wat duur uitvalt voor beginners, maar wie weet wat de toekomst brengt bij Exo Terra...
Succesvolle kweek met de Rio-Pescado Harlekijnkikker Atelopus balios (PETERS, 1973) in het kader van het Citizen Conservation project (deel 1)
Zoals elk goed artikel over een welbepaalde soort, begint ook dit artikel met een correcte soortbeschrijving.
In de jaren ‘90 werd aangenomen dat deze soort uitgestorven was. Gelukkig zijn er enkele restpopulaties herontdekt en wordt deze soort nu als “critically endangered” geschreven door IUCN. In 2012 stond de soort zelfs in de top 100 meest bedreigde diersoorten ter wereld, mede dankzij de grootschalige besmetting met de Chytride schimmel.
De 30 dieren voor het onderzoek kwamen in zomer ‘23 aan vanuit Ecuador in Duitsland.
Het gedrag van deze soort, het houden in een terrarium en de specifieke inrichting van de bakken worden in het artikel beschreven en begeleid van duidelijke foto’s. Net als de uitvoerige beschrijving van de paring en ei-afzetting.
Kortom: wij verlangen alvast naar deel 2!
Oophaga pumilio
Jack Small is betoverd door de Oophaga pumilio, laat dat duidelijk zijn na het lezen van het mooie artikel! Hij beschrijft zijn bevindingen ivm het houden van en kweken met deze diertjes.
De grootte en inrichting van het terrarium zorgen ervoor dat de ei-afzetting optimaal is. Niet te klein en niet te druk blijkt ideaal. Ook een goede bodem, die niet té vochtig is, is een must, net als de microfauna die zich ontwikkeld in de bodemlaag van het terrarium.
Een aangepaste voeding met meerdere supplementen en verschillende plaatsen voor eiafzetting zijn ook een must, zowel kunstmatige als natuurlijke legplaatsen. Bloemenbuisjes zijn hierbij de favoriet!
Op bezoek bij Artis
Na een fijn gesprek met dierenverzorgers uit Artis op de Kikkerdag, ging een delegatie van DN op bezoek in de dierentuin.
Na een bakje koffie of thee, ging de rondleiding van start bij een grote bak met enkele Agalychnis callidryas. Daarnaast stonden nog mooie bakken met o.a. een prachtexemplaar van een P. vittatus.
Daarna bezochten we de expositieruimte van kikkers bij de Vlindertuin. Na wat uitwisselen van tips over het simuleren van een drogere periode, hopen ze er ook een legsel te hebben van S. parvus.
De derde ruimte was de vlinderkas zelf, waar tussen de tropische planten en vlinders ook een grote populatie Epipedobates anthonyi ‘Buena Esperanza’ woont. Heel interessant om te zien waren de larven in het beekje dat door de kas loopt. Op sommige plaatsen wel, andere geen. Ook hun voedsel intrigeert ons: vele ongewervelden die in de kas leven, maar geen supplementen... Stof tot studie aan het einde van een topdag!