Symposiumdag

Weet u alles over kikkers? Wij hopen toch van niet… 

Ieder jaar organiseert DN een speciale studiedag voor al haar trouwe kikkerfanaten. Diverse sprekers vertellen u alles over de succesvolle kweek van veeleisende soorten, het onderzoek naar kikkers in de tropen, de opbouw van regeltechniek en meer… 

De gratis toegankelijke symposiumdag is dus hét moment om meer over de vereniging en DN-leden te ontdekken! 
Wij nodigen geregeld interessante wetenschappers uit. Dankzij hun onderzoek kunnen wij verschillende uitdagingen stevig aanpakken en maken wij van het symposiumprogramma een uniek leermoment. En dat allemaal met een gratis voorraad aan koffie en thee. 
Ons programma prikkelt niet alleen uw brein, maar ook uw fantasie. Wij bieden u namelijk altijd een spannend reisverslag van uw medehobbyisten. Zij vertellen uitgebreid over hun ervaringen in tropische kikkeroorden en doen uit de doeken welke misstappen u op uw eigen reis kunt voorkomen. 
De symposiumdag is ook een ideaal moment om nieuwe contacten te leggen. Dit is zeker handig wanneer uw hobby even mis loopt, u hulp zoekt bij een technisch klusje, of nog een vakantie-oppas nodig heeft. 
 

Bedrijfsmatige Houderij
Sander Bauer

Bedrijfsmatige Houderij

Bedrijfsmatige Houderij, wat het voor ons betekent

De Wet Dieren, en het hieruit voortkomende Besluit Houders van Dieren (HvD), bestaat al een tijd. In 2012 heeft toenmalig Staatssecretaris Henk Bleker navolging gegeven aan de wens om het Nederlandse beleid over de dierhouderij overzichtelijker te maken. Doordat de Wet Dieren voorziet in een integraal wettelijk kader, is het sindsdien voor vele instanties eenvoudiger om te achterhalen aan welke regelgeving zij moeten voldoen. Ook is het voor handhavende organisaties beter mogelijk om verboden handelingen met dieren te bestraffen[1].

Het Besluit HvD is wettelijk geldend, en voor hobbymatige dierhouders op verschillende manieren relevant. Zo geeft het bijvoorbeeld aan dat de huisvesting van dieren moet passen bij hun fysieke behoeftes en gedragingen, en welke voorwaarden er gelden voor het fokken met dieren. De regeling stelt ook eisen aan personen die in dieren handelen.

Aan deze bedrijfsmatige houders worden strengere eisen gesteld dan aan particuliere houders omwille van een aantal redenen[2]. Zo stelt de nota van toelichting bij het Besluit HvD dat dierverkopers een belangrijke voorbeeldfunctie dragen. Zij dienen zich hiervan bewust te zijn en nieuwe dierhouders ook te doen beseffen dat het houden van dieren een verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Dit vraagt niet enkel om een goede voorlichting over de algemene eigenschappen van de dieren, maar ook om het aanwakkeren van het lerend vermogen bij nieuwe houders[3]. Specifieke vraagstukken die bij het houden van de betreffende dieren kunnen spelen, komen zo niet telkens terug bij de verkoper. Hiernaast draagt dit uiteindelijk ook bij aan het maatschappelijk besef dat een gedegen kennis en kunde nodig is om goed voor dieren te zorgen.

Naast het stimuleren van een functie als maatschappelijk rolmodel, wil het Besluit HvD met de extra eisen voor bedrijfsmatige dierhouders ook misstanden bij de handel in dieren voorkomen. Dierenwelzijn is een kwetsbare waarde, welke enkel kan worden beschermd door de maatschappij als geheel. Bij de handel vanuit winstbejag is het echter denkbaar dat dierenwelzijnsaspecten een lagere prioriteit krijgen omwille van kostenbesparing of onderlinge concurrentie tussen handelaren[3]. Door te voorzien in de mogelijkheid om handel in dieren te bedrijven, maar omwille van het dierenwelzijn tegelijkertijd ook eisen te stellen aan de wijze waarop dit plaatsvindt, probeert de Nederlandse overheid te voorkomen dat deze twee belangen met elkaar gaan wedijveren.


Eisen bedrijfsmatige dierhouders

Bedrijfsmatige dierhouders moeten aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten zij ten eerste beschikken over een aantoonbaar bewijs van vakbekwaamheid. Via het Centraal Register Beroepsopleidingen (Crebo) zijn gecertificeerde opleidingsinstituten vindbaar, welke voorzien in een degelijke basis om goed voor de gehouden dieren te zorgen. Vakonderdelen bestaan daarin doorgaans uit: gedrag, voeding en voortplanting van de soort, huisvesting, hanteren en transport, aangevuld met informatie over gezondheidszorg en zoönosen. Ook komen de wet- en regelgeving binnen de branche, plus voorlichting aan particulieren aan bod binnen de bestaande opleidingen[4, 5].

Diploma’s verkregen bij onderwijsinstellingen, die door de Wet Educatie en Beroepsonderwijs zijn erkend, voldoen als bewijs van vakbekwaamheid. De kennis en kunde die de cursist zich via het lesmateriaal verschaft, verschilt echter per diersoort en geeft dus ook geen algemeen dekkende kennisbasis voor al de dieren welke in speciaalzaken worden verhandeld. In de regelgeving vinden we daarom ook een opdeling naar vijf certificeerbare eenheden: honden en katten, overige zoogdieren, vogels, vissen en herpeten. Met deze werkwijze wordt de kans groter dat startende dierhouders vroeg de boodschap meekrijgen dat het erg belangrijk is om zichzelf goed te specialiseren.

Naast het vinden van een goede cursusaanbieder, dient de bedrijfsmatige dierhouder zich met NAW-gegevens te registreren bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Ook moet de locatie waar de handel zich voltrekt worden voorzien van een Uniek Bedrijfsnummer. Dit verkleint de kans op illegale handel in dieren door een georganiseerd systeem van toezichthouding. Voor een dierhandelaar geldt tevens een verbod op verkoop aan personen jonger dan zestien jaar.

Voor de dagelijkse bedrijfsvoering gelden daarnaast eisen ten aanzien van een basisadministratie en de aanwezigheid van een gezondheidsprotocol. Ook geeft artikel 3.13 van het Besluit HvD aan dat de inrichting een mogelijkheid moet bieden om drie afzonderlijke ruimtes in te richten voor de huisvesting en verzorging van zieke of van ziekte verdachte dieren. Het Besluit geeft verder aan dat de kopende partij altijd moet worden voorzien van relevante informatie over de gezondheid van het dier en schriftelijk foldermateriaal met informatie over het dier. Deze caresheets geven, gelet op Artikel 3.17, tenminste kennis over: de verzorging, de huisvesting, het gedrag en de kosten die gemoeid gaan met het houden van het gezelschapsdier.


Toetsing voor hobbyisten

Deze waslijst aan regels kan een hobbymatig dierhouder al snel boven het hoofd groeien. Als u het houden van dieren vooral prettig wilt houden, is het daarom belangrijk dat u de grenzen goed voor ogen neemt. De omschrijving van een bedrijfsmatig dierhouder is in het Besluit HvD alleen niet eenduidig gegeven, maar steunt op een aantal indicatoren. Paragaaf 4.2 van de nota van toelichting bij het Besluit HvD, geeft als indicatoren:

  • Gezelschapsdieren worden gefokt anders dan voor uitbreiding van het aantal gezelschapsdieren binnen het eigen huishouden of de directe familie- en of vriendenkring.
  • Gezelschapsdieren worden verkocht aan anderen dan familie en of vriendenkring.
  • Gezelschapsdieren worden opgevangen tegen een vergoeding en er worden hiervoor advertenties geplaatst.
  • Ruimtes zijn speciaal ingericht voor de onder het besluit vallende activiteiten.
  • Registratie KvK en of hebben BTW nummer.
  • Adverteren, al dan niet op websites, met gezelschapsdieren.
  • Er wordt gehandeld vanuit een winstoogmerk
     

Het is niet nodig om aan al de voorwaarden te voldoen voordat u als bedrijfsmatig handelaar wordt gezien. Een belangrijke indicator is vooral de structurele verkoop. Wanneer uw naam met regelmaat terug is te vinden in de boekhouding van een dierenspeciaalzaak dan wordt het daarmee vrij lastig om te bewijzen dat u niet bedrijfsmatig bezig bent.

De verkoop van nakweekdieren via het forum blijft overigens nog wel toegestaan voor niet bedrijfsmatige dierhouders. Hoewel het te koop aanbieden van dieren op fora eigenlijk ook al een advertentie is, draait het vooral om de vraag of u incidenteel een aantal nakweekdieren verkoopt of dat u dit doet om er geld aan over te houden. Binnen een vereniging uw dieren verkopen is daarom toegestaan, mits u dit niet veelvuldig doet.


Rol van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De indicatoren maken een aantal zaken duidelijker, en helpen om te toetsen of u wel of niet als bedrijfsmatig dierhouder kan worden gezien. Het eindoordeel ligt echter bij de inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Als toezichthouder en handhaver van verschillende wetten en regelingen, bewaakt de NVWA de gezondheid van dieren en planten, het dierenwelzijn en de veiligheid van voedsel en consumentenproducten. Via de Wet Dieren en aangesloten regelingen, houdt zij ook toezicht op mogelijke misstanden binnen de hobbymatige dierhouderij.

In onze ogen is die verantwoordelijkheid prima toevertrouwd aan deze organisatie. De inspecteurs zijn goed bekend met het werkveld en DN onderhoudt een constructieve verstandhouding met indirecte collega’s in het dierenwelzijnsdomein. Voor controles rondom bedrijfsmatige dierhouderij, beroept de NVWA zich op toezicht gedurende langere tijd. De handhavers van de NVWA zullen dus niet direct ingrijpen bij incidentele verkoop aan vrienden of kennissenkring maar houden wel in de gaten of bepaalde dierhouders vaker in beeld komen. Veelvuldige aanwezigheid op beurzen is daarmee iets waar u zelf rekening mee moet houden. Als de dierhouderij ondergeschikt begint te worden aan de verkoop dan valt u al snel op als handelaar.


Misleiding in het beleid

Met de indicatoren definieert het Besluit HvD een bedrijfsmatig handelaar anders dan de Belastingdienst; waar het duurzaam streven naar winst als belangrijk kenmerk wordt genoemd. Dit is eigenlijk een vreemde zaak wanneer we nogmaals kijken naar de reden om bedrijfsmatige handelaren te onderscheiden van hobbymatig dierhouders. Het Besluit HvD stelt in haar memorie van toelichting dat een winstgerichte onderneming minder aandacht voor het dierenwelzijn kan vertonen. De verkoop van een groot aantal dieren wordt hier neergezet als dé manier om concurrerend te blijven. Hoewel de omzet van dierenspeciaalzaken vooral berust op de verkoop van dier-gerelateerde producten, is deze redenatie ten dele begrijpelijk.

Gezelschapsdieren worden echter gehouden voor de liefhebberij, en hobbymatig dierhouders verkopen hun dieren zelden met enige vorm van winst in het vooruitzicht. Veel vaker wil een enthousiaste kikkerfanaat vooral zorgen dat de gekweekte dieren elders een goed thuis krijgen, want het aantal terraria dat deze in huis kan halen is nu eenmaal beperkt. En dat sommige soorten een groot aantal nakomelingen krijgen, is in dat opzicht dan ook vaker een last dan een lust. De particuliere verkoop van dieren geschiedt dus omwille van andere redenen dan handel, en dierenwelzijn staat hierin duidelijker op de voorgrond. Dat een toetsing op duurzaam streven naar winst daarmee niet wordt meegenomen in de beoordeling is op zijn minst bijzonder te noemen.


Wat wij doen

Het bestuur van Dendrobatidae Nederland is alert op trends in de beleidswereld en zal melding blijven maken van belangrijke ontwikkelingen. Door onze deelname aan het Platform Verantwoord Huisdierbezit, beschikken wij hiernaast over de mogelijkheid om rechtsbijstand te verlenen wanneer u als DN-lid ten onrechte als bedrijfsmatig handelaar wordt gezien. Het is hiervoor wel belangrijk dat wanneer u in deze situatie terecht komt, u snel contact opneemt met het bestuur. Als u buiten de vereniging om rechtsbijstand zoekt, dan kan Dendrobatidae Nederland niet de specialistische ondersteuning bieden die hier juist zo belangrijk is.

In de tussentijd blijft het voor alle dierhouders verstandig om ten minste een basale administratie van de dieren bij te houden en zich aan te sluiten bij een dierhouderijvereniging. Op die manier zorgen we gezamenlijk voor een betrouwbare kennisdeling over goede dierverzorging. De dieren zijn dit zeker waard.

 

 

Literatuur:

  1. Verburg, G., Memorie van Toelichting op Een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen (Wet dieren), N.e.V. Ministerie van Landbouw, Editor. 2008, Sdu Uitgevers: ’s-Gravenhage.
  2. Dijksma, S., Besluit van 5 juni 2014, houdende regels met betrekking tot houders van dieren (Besluit houders van dieren). 2014, [Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie]: Den Haag.
  3. Dijksma, S., Besluit van 17 juni 2014, houdende wijziging van het Besluit houders van dieren in verband met het stellen van regels met betrekking tot fokken en bedrijfsmatige activiteiten met gezelschapsdieren M.v.E. Zaken, Editor. 2014, Ministerie van Justitie: Staatsblad.
  4. Groenhorst, C.E.v., Examenreglement 2016; Vakbekwaamheid Besluit Houders van Dieren, Vissen, Versie 16.03. 2016, Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld: Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld.
  5. CDB, C.D.B. Vakbekwaam Houder van Reptielen en Amfibieën. 2017 [cited 2017 27-08-2017]; Available from: https://www.cursuscentrum.nl/cursus/besluit-houders-van-dieren/vakbekwaamheid-keuzedeel-reptielen-en-amfibieen/.

 

Overige bronnen:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0035217/2017-01-01#Hoofdstuk1_Paragraaf2

http://wetten.overheid.nl/BWBR0035217/2017-01-01#Hoofdstuk3_Paragraaf1_Artikel3.4

http://wetten.overheid.nl/BWBR0035217/2017-01-01#Hoofdstuk3_Paragraaf2

http://wetten.overheid.nl/BWBR0035217/2017-01-01#Hoofdstuk3_Paragraaf2_Artikel3.6

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2014-30971.html

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-232.html#d16e796

Printen
9635 Waardeer dit artikel
3.7
Back To Top